Blog
Aanleiding onderzoeksrapport
Het onderzoek is in opdracht van het WODC uitgevoerd, naar aanleiding van de toezegging aan de Tweede Kamer om de Wet vergoeding affectieschade vijf jaar na de inwerkingtreding in 2019 te evalueren. De minister voor Rechtsbescherming kondigde al aan dat de kring van gerechtigden en de positie van broers en zussen belangrijke aandachtspunten zouden zijn bij deze evaluatie.
De Wet vergoeding affectieschade: de huidige werking
De Wet vergoeding van affectieschade maakt het voor naasten van slachtoffers mogelijk om aanspraak te maken op een vergoeding van affectieschade: de immateriële schade van een naaste vanwege ernstig letsel of het overlijden van een dierbare. Met de vergoeding wordt beoogd tegemoet te komen aan de behoefte aan erkenning en genoegdoening voor het door naasten ondervonden leed.
De wet bepaalt de vaste kring van personen die recht hebben op vergoeding van affectieschade. Broers en zussen vallen op dit moment buiten de kring van gerechtigden, maar zij vormen in de praktijk wel de grootste groep die een beroep doet op de vergoeding van affectieschade. Momenteel kunnen zij alleen in uitzonderlijke gevallen, via de in de wet opgenomen ‘hardheidsclausule’, aanspraak maken op de vergoeding. Een broer of zus moet aantonen dat sprake is van een zodanige nauwe persoonlijke relatie tot de gekwetste, dat uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeit dat hij of zij als naaste voor vergoeding van affectieschade in aanmerking komt. Uit de rechtspraak blijkt dat het niet makkelijk is om als broer of zus op basis van de huidige hardheidsclausule een dergelijke nauwe persoonlijke relatie aan te tonen. Het grootste deel van de vorderingen wordt afgewezen.
Wetsvoorstel: broers en zussen opnemen in de vaste kring van gerechtigden
Thans wordt gewerkt aan een wetsvoorstel om broers en zussen op te nemen in de vaste kring van gerechtigden voor de vergoeding van affectieschade. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat zowel naasten als professionals van mening zijn dat broers en zussen recht zouden moeten hebben op een vergoeding van affectieschade. Het uitgangspunt voor de afbakening is de gezinseenheid, bestaande uit ouders, kinderen, broers en zussen. Dit betreft zowel juridische broers en zussen als moderne gezinsvormen en zowel thuis- als uitwonende broers en zussen. In de toe te kennen bedragen zal wel onderscheid gemaakt worden tussen thuis- en uitwonende broers en zussen. Hierbij is van belang duidelijkheid te bieden en gevoelens van onrechtvaardigheid binnen een gezin te voorkomen.
Het wetsvoorstel zal naar verwachting eind 2025 in consultatie gaan.
Deze blog is opgesteld in samenwerking met Annika Tanis, student-stagiaire.
Maak kennis met onze specialisten

D.J. (Daniëlle) Quist-van Zanten
Advocaat | Partner

N.P.T. (Niki) Mels-van Rijen
Advocaat