Blog
Een waterschap heeft op een trailerhelling aanwezige grasbetontegels vervangen door stelconplaten. Bij het te water laten van een sloep gaat een burger onderuit. Is het waterschap als beheerder aansprakelijk?
Het hof in ’s-Hertogenbosch oordeelt dat artikel 6:174 BW geen garantienorm inhoudt. Het waterschap is pas aansprakelijk indien de trailerhelling niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, waarbij moet worden gelet op de naar objectieve maatstaven te beantwoorden vraag of de opstal, gelet op het te verwachten gebruik en de bestemming daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen en zaken deugdelijk is. Daarbij is ook van belang hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te verlangen zijn.
Dat de ondergrond is gewijzigd en door algengroei mogelijk gladder is geworden dan voorheen, levert op zichzelf nog geen gevaarzettende situatie op, zodanig dat een waarschuwingsbord had moeten worden geplaatst. Algengroei en daardoor veroorzaakte gladheid van de ondergrond is inherent aan een trailerhelling die zich gedeeltelijk onder water bevindt. Gebruikers van een trailershelling dienen daarop bedacht te zijn en het waterschap mag ervan uitgaan dat die gebruikers daarop inderdaad bedacht zijn, ook indien de ondergrond wordt aangepast zonder dat ter plaatse waarschuwingsborden zijn geplaatst.
Ook indien het waar is, dat de trailerhelling na het toepassen van stelconplaten gladder is geworden dan voorheen, wil dat nog niet zeggen dat de opstal daardoor gebrekkig is geworden. Niet kan worden vastgesteld dat de stelconplaten niet of onvoldoende geschikt zijn om te dienen als ondergrond voor een trailerhelling. Het waterschap heeft in dat kader mede aangevoerd dat gebruik was gemaakt van stroeve platen, hetgeen bevestigd werd door de verzekeringsexpert.
Hof ’s-Hertogenbosch 29 april 2014, www. rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHSHE:2014:1203
