Blog
Het recht op family life (artikel 8 EVRM)
Dit recht geldt voor iedereen, ongeacht de samenstelling van het gezin. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hanteert een ruime interpretatie van het begrip ‘family life’. Het gaat niet alleen om biologische banden, maar vooral om de daadwerkelijke persoonlijke en emotionele relaties binnen het gezin. Zo kan ook een stiefouder, pleegouder of grootouder onder omstandigheden aanspraak maken op bescherming van het family life, als er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking en een hechte band met het kind.
De staat heeft op grond van artikel 8 EVRM zowel negatieve als positieve verplichtingen. Dat betekent dat de overheid zich niet onnodig mag mengen in het gezinsleven, maar ook actief moet waarborgen dat het recht op gezinsleven daadwerkelijk kan worden uitgeoefend.
Het recht op omgang is een onderdeel van het recht op family life.
Het recht op omgang
Het recht op omgang is in Nederland verder uitgewerkt in het Burgerlijk Wetboek. Niet alleen ouders, maar ook anderen die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staan – zoals grootouders, stiefouders of pleegouders – kunnen recht hebben op omgang. Kinderen hebben bovendien een zelfstandig recht op omgang met hun ouders en andere belangrijke gezinsleden. Ouders zijn zelfs verplicht om hieraan mee te werken, tenzij zwaarwegende belangen van het kind zich daartegen verzetten, bijvoorbeeld als omgang schadelijk zou zijn voor de ontwikkeling van het kind.
Family life en omgang in de praktijk
In de praktijk zie ik als familierechtadvocaat vaak dat het recht op family life en omgang onder druk komt te staan bij echtscheidingen, gezagskwesties of uithuisplaatsingen.
Niet-ouders moeten voor het recht op omgang aantonen dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking. Dit kan gelden voor grootouders, stiefouders of pleegouders. De rechter kijkt bij deze beoordeling onder andere naar de aard en duur van de relatie, de emotionele banden en de mate van betrokkenheid bij de opvoeding. Ook bij een nauwe persoonlijke betrekking kan de rechter omgang weigeren als omgang ernstig nadeel oplevert voor het kind, het kind van 12 jaar of ouder ernstige bezwaren heeft tegen de omgang of de verzoeker ongeschikt is voor omgang.
Tot slot
Heeft u vragen over het recht op omgang of heeft u een andere familierechtelijke vraag? Neem dan contact met mij op (fhoogeveen@avdw.nl). Ik help u graag verder.