Blog
Waarom deze wet?
Veel bedrijven – vooral in sectoren zoals de bouw, retail en zakelijke dienstverlening – nemen clausules op in hun contracten die bepalen dat vorderingen op klanten niet overdraagbaar of verpandbaar zijn. Dit is bedoeld om te voorkomen dat klanten ineens aan een andere partij moeten betalen.
In de praktijk bleken deze contractuele verboden echter een belemmering voor financiering. Ondernemers konden vorderingen daardoor niet gebruiken als zekerheid voor een lening of financieringsconstructie. En zonder zekerheid zijn banken en andere financiers minder snel bereid om krediet te verstrekken.
In landen als Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zijn zulke beperkingen al eerder afgeschaft. Om het Nederlandse bedrijfsleven niet op achterstand te zetten, komt daar nu ook in Nederland verandering in.
Wat verandert er?
De kern van de wet is eenvoudig: vanaf 1 juli 2025 zijn verboden op het overdragen of verpanden van zakelijke vorderingen niet meer geldig. Met een overgangsperiode van drie maanden geldt dat deze wijziging vanaf 1 oktober 2025 ook van toepassing is op bestaande contracten.
Hieronder zetten we de belangrijkste veranderingen op een rij:
1. verbod op overdracht of verpanding van vorderingen is nietig
Als een contract bepaalt dat een vordering op een klant niet mag worden verpand of overgedragen, dan is die bepaling nietig (niet meer geldig) – voor zover het gaat om vorderingen die zijn ontstaan uit de normale bedrijfsvoering. Het gaat dan om facturen of betalingsvorderingen die voortkomen uit de levering van producten of diensten. Dit geldt ongeacht of de klant een bedrijf of consument is.
Ook indirecte beperkingen – zoals boetes of extra voorwaarden bij overdracht – zijn niet toegestaan.
Let op: bepalingen tussen klanten en een derde partij, zoals zogeheten negative pledge- of pari passu-afspraken tussen financiers, blijven wel geldig. Deze vallen buiten de werking van de wet. Een negatieve pledge-beding is een beding die de vestiging van garanties ten gunste van andere schuldeisers op alle of een deel van de goederen van de schuldenaar verbiedt. Een pari passu beding is een financieringsbeding die gelijke rechten en rang geeft aan verschillende financiers die garant staat voor een bankrekening.
2. Schriftelijke mededeling verplicht
Als een onderneming een vordering overdraagt of verpandt, moet de klant hierover schriftelijk worden geïnformeerd. Totdat die mededeling is gedaan, mag de klant nog aan de betreffende ondernemer betalen (de oorspronkelijke schuldeiser). Zorg dus dat deze communicatie goed geregeld is, zodat er geen misverstanden ontstaan.
3. Uitzonderingen: wat blijft wel uitsluitbaar?
Niet alle vorderingen die zijn ontstaan uit de normale bedrijfsvoering vallen onder de nieuwe wet. Zo mag in de volgende gevallen het verbod op overdracht of verpanding in contracten wél blijven staan:
- Betaal- en spaarrekeningen;
- Syndicaatsleningen: leningen met meerdere kredietverstrekkers;
- Clearing- en bankvorderingen: vorderingen op of van centrale banken en clearinginstellingen;
- G-rekeningen: geblokkeerde rekeningen voor het afdragen van belastingen en premies.
Wat betekent dit voor uw organisatie?
De wet biedt duidelijke voordelen, maar vraagt ook om actie.
Meer financieringsmogelijkheden
Ondernemers kunnen vorderingen op klanten eenvoudiger gebruiken als onderpand. Dat maakt het makkelijker om financiering aan te trekken, bijvoorbeeld bij de bank of via factoring.
Voor financiers betekent dit minder administratieve drempels: zij hoeven niet meer alle contracten te controleren op verpandingsverboden. Dat kan leiden tot snellere en gunstigere kredietvoorwaarden.
Aanpassing van contracten
Veel modelovereenkomsten en algemene voorwaarden bevatten nu nog standaard een bepaling die overdracht of verpanding verbiedt. Die bepalingen zijn bij bestaande contracten vanaf 1 oktober 2025 niet meer geldig en bij nieuwe contracten vanaf 1 juli 2025. Het is daarom verstandig om deze contracten alvast aan te passen.
Controle op bestaande pandrechten
Heeft u al pandrechten op vorderingen gevestigd? Let op: die gelden niet automatisch voor vorderingen die eerder nog contractueel niet verpandbaar waren. U moet dus actief bekijken of een aanvullende verpanding nodig is om ook die vorderingen mee te nemen.
Administratie goed inrichten
Omdat schriftelijke mededeling aan klanten verplicht is bij overdracht of verpanding, is het belangrijk dat uw organisatie – en vooral uw financiële administratie – hier goed op is voorbereid.
Conclusie
De Wet opheffing verpandingsverboden biedt nieuwe kansen voor ondernemers. Door het opheffen van belemmeringen bij het gebruik van zakelijke vorderingen als onderpand, wordt financiering toegankelijker en eenvoudiger.
Wel vraagt de wet om aanpassingen in contracten en processen. Wij adviseren u dan ook om zo spoedig mogelijk actie te ondernemen.