Blog

In een arrest van het hof ’s-Hertogenbosch van 24 maart 2015 gaat het om de toezegging van onder andere de gemeente Roosendaal om voor een bedrijf een spoorwegaansluiting te realiseren.

Vaststaat dat de gemeente de inspanningsverplichting op zich heeft genomen om de spoorwegaansluiting per mei 2009 tot stand te brengen, maar dat dat niet is gelukt. Het bedrijf waaraan de toezegging was gedaan, beroept zich er op dat de inspanningsverplichting niet is nagekomen doordat de gemeente heeft nagelaten om zonodig te procederen tot aan de Afdeling. De gemeente zet echter uiteen dat de spoorweg onder meer vanwege het verzet van private partijen niet kon worden aangelegd. Een procedure bij de bestuursrechter had dan ook geen zin. Het had geen zin om een spoorwegwetvergunning aan te vragen, aldus komt als onweersproken vast te staan.

De gemeente heeft aan het bedrijf vervolgens een vergoeding betaald en deze aangeduid als ‘schadevergoeding’. Het bedrijf ziet hierin een erkenning van aansprakelijkheid. Met succes echter betoogt de gemeente dat uit een toekenning van schadevergoeding niet de conclusie volgt dat de gemeente daarmee heeft erkend aansprakelijk te zijn voor de schade. Het stond de gemeente immers vrij om die vergoeding te betalen uit coulanceoverwegingen en om een gerechtelijke procedure te voorkomen, zoals de gemeente ook stelt. Dat de te betalen vergoeding door partijen een schadevergoeding is genoemd, impliceert nog geen erkenning van aansprakelijkheid, aldus het hof.

De vordering van het bedrijf worden afgewezen.

Hof ’s-Hertogenbosch 24 maart 2015, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHSHE:2015:1059

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team