Nieuwsbrief voor overheden
Achtergrond
De raad van de gemeente Hattem (hierna: de raad) heeft op 13 december 2021 het bestemmingsplan ‘Woonzorgzone, Hattem’ vastgesteld. In dit bestemmingsplan heeft de raad het juridisch kader vastgesteld voor de ontwikkeling van een appartementencomplex met 120 zorgwoningen en een Integraal Kind Centrum (hierna: IKC). Enkele omwonenden vrezen dat de bouw van dit appartementencomplex leidt tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat en hebben om die reden beroep ingesteld tegen de vaststelling van het bestemmingsplan.
Oordeel Afdeling
Appellant betoogde dat het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan op verschillende onderdelen gebrekkig is. De Afdeling oordeelde dat het besluit op verschillende punten in strijd is genomen met de rechtszekerheid en artikelen 3:2 en 3:46 Awb. De punten waren bijvoorbeeld het ontbreken van de milieueffectenrapportage, het ontbreken van regels over de aard en omvang van speelvoorzieningen binnen de groenbestemming en de onduidelijkheid over de verhouding tussen wonen en zorg op grond van de bestemming ‘Wonen-woongebouw’.
In deze uitspraak oordeelde de Afdeling daarnaast over de vraag of de raad ongeclausuleerd kon afwijken van de gemeentelijke parkeernormen op grond van artikel 15.1 sub c van de planregels. De Afdeling oordeelde dat dit niet kon, omdat de toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid gebonden is aan de voorwaarde dat geen onevenredige gevolgen voor de omgeving mogen optreden. De omgevingsvergunning voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit mocht volgens artikel 2.12 lid 1 Wabo alleen worden verleend, indien geen strijd was met de ruimtelijke ordening.
Op grond van de Omgevingswet geldt vanaf 1 januari 2024 een ander beoordelingskader. In plaats van het criterium ‘goede ruimtelijke ordening’ geldt nu dat sprake moet zijn van een ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’. Volgens de uitspraak van de Afdeling van 13 november 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:4624) is de voorwaarde voor de afwijkingsbevoegdheid vanwege de invoering van artikel 22.281 van het Omgevingsplan gemeente Hattem (de Bruidsschat) per 1 januari 2024 hierdoor niet gewijzigd. Het gaat nu om het criterium ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’ in plaats van ‘goede ruimtelijke ordening’, maar dit neemt dus niet weg dat geen voorwaarde geldt voor de afwijkingsbevoegdheid. Artikel 22.281 van het Omgevingsplan gemeente Hattem is ingevoerd om te voorkomen dat door het nieuwe recht (in dit geval: artikel 8.0a lid 1 Bkl) geen mogelijkheid meer zou zijn om een omgevingsvergunning te weigeren op andere gronden dan de planregels. De wetgever wilde daarmee een neutrale overgang van het oude naar het nieuwe recht waarborgen.
Hiermee benadrukt de Afdeling dat de voorwaarde voor de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid onder de bruidsschat en onder het Bkl is blijven bestaan ondanks het feit dat het beoordelingskader onder de Omgevingswet per 1 januari 2024 is gewijzigd van ‘goede ruimtelijke ordening’ naar ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’.
Dit artikel is in samenwerking met onze student-stagiaire Rick Zaanen opgesteld.
ABRvS 13 april 2025, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RVS:2025:1183
