Nieuwsbrief voor overheden

Supermarkten mogen bepaalde zelfzorggeneesmiddelen alleen verkopen als er ook een (assistent)drogist fysiek in de winkel aanwezig is. Een ‘drogist op afstand’ die klanten voorlichting geeft over een zogenoemd UAD-geneesmiddel via een telefoon- of videogesprek, is in strijd met de Geneesmiddelenwet (Gnw).

Procedure
De zaak draaide om een verzoek van Stichting Centraal Bureau Drogisterijbedrijven en Parfumeriebedrijven (CBD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om maatregelen te nemen tegen enkele Albert Heijn supermarkten in Assen en Groningen. Zij verkopen geneesmiddelen die zonder recept verkrijgbaar zijn, maar die wel Uitsluitend in een Apotheek (UAD) of onder toezicht van een Drogist mogen worden verkocht, zoals grotere hoeveelheden of hogere doseringen paracetamol en ibuprofen. Volgens CBD maken de supermarkten hierbij gebruik van het concept ‘Drogist op Afstand’ waarbij klanten voorlichting kunnen krijgen over een geneesmiddel van een drogist op afstand via een telefoon- of videogesprek. Volgens CBD is dat in strijd met de Gnw.

Oordeel Afdeling
Naar het oordeel van de Afdeling eist de Gnw dat een (assistent)drogist fysiek in de winkel aanwezig is om voorlichting te geven over UAD-geneesmiddelen als klanten daarom vragen. Een drogist op afstand die voorlichting geeft via een telefoon- of videogesprek op een tablet, is daarmee in strijd. Als de wetgever dit soort digitale communicatie met een drogist op afstand mogelijk wil maken bij de verkoop van UAD-geneesmiddelen, dan zal de wet daarvoor aangepast moeten worden, aldus de Afdeling. Zolang dat niet gebeurt, is het concept ‘Drogist op Afstand’ op dit punt dus in strijd met de wet.

ABRvS 4 november 2020, www.rechtspraak.n: ECLI:NL:RVS:2020:2631

Door Rosalin Storm

"

Actualiteiten overzicht