Nieuwsbrief voor overheden
Op een perceel staat al 150 jaar een boom binnen twee meter vanaf de erfgrens.
Hoog opschietende bomen mogen niet binnen twee meter van de erfgrens worden geplant; de buurman kan vorderen dat deze worden verwijderd. Echter, een dergelijke vordering ontstaat op het moment dat deze bomen als klein boompje worden geplant. Na 20 jaar is deze vordering verjaard!
Ook voor zover de vordering tot verwijdering gebaseerd wordt op een onrechtmatige daad, te weten het beëindigen van een onrechtmatige, schadeveroorzakende toestand, is deze vordering verjaard, want de situatie bestaat al 150 jaar!
De boom veroorzaakt schade, doordat de boom aandrukt tegen de schuur van de buurman. Ook de vordering tot opheffing van deze onrechtmatige toestand is verjaard, want deze vordering is in elk geval begonnen op het moment dat de buurman in 1978 eigenaar werd van zijn perceel; op dat moment was er al kenbaar sprake van schade aan de schuur als gevolg van de groei van de boom.
Het is niet juist dat de verjaringstermijn op een later tijdstip is aangevangen, omdat de schade aan de schuur in de loop der tijd is toegenomen. De (langzaam) toenemende omvang van de schade laat niet telkens een nieuwe vordering ontstaan; de verjaring begint op één moment, namelijk op het moment dat de schade door de boom kenbaar was, en dat was al in 1978 het geval. Er is namelijk maar één oorzaak voor de schade, te weten de plaats van groei van de boom.
Ook de rechtsvordering tot het betalen van schadevergoeding in geld is verjaard, ook omdat de buurman meer dan vijf jaar vóór de aansprakelijkstelling bekend was met de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon.
Het beroep op verjaring levert geen misbruik van bevoegdheid op.
Hof Arnhem-Leeuwarden 24 november 2015, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHARL:2015:8888
Door mr. U.T. Hoekstra
"