Nieuwsbrief voor overheden

Een gemeente besluit een aanbesteding in te trekken en geeft aan zich te beraden over een mogelijke heraanbesteding. De partij die de opdracht voorlopig gegund heeft gekregen stapt naar de rechter. De rechtbank beoordeelt allereerst of de opdracht kan worden heraanbesteed om vervolgens te oordelen of de aanbesteding mocht worden ingetrokken.

Het blijft een veel voorkomende situatie: het intrekken van een aanbesteding en de bijkomende problematiek van een eventuele heraanbesteding. Onlangs heeft de gemeente Utrecht hiermee te kampen gehad en heeft de rechtbank Midden-Nederland in haar uitspraak de gemeente teruggefloten.

De gemeente Utrecht laat bedrijf X onderhoud, reparaties en storingen aan kolken verhelpen op werkdagen tussen 07:00 en 16:00 uur. Buiten deze tijdstippen verzorgt een ander bedrijf de werkzaamheden. De verdeling van de werkzaamheden blijkt niet altijd even goed te zijn gegaan en in het nadeel van bedrijf X te zijn verdeeld. Reden voor de gemeente Utrecht om de werkzaamheden voortaan door één bedrijf te laten uitvoeren. De gemeente schrijft een Europese aanbesteding uit.

Op 6 juni 2016 heeft de gemeente de opdracht gegund aan het bedrijf X. Onderdeel van de procedure is de concretiseringsfase (het verifiëren van de inschrijving). De gemeente deelt vervolgens op 14 juli aan bedrijf X mee dat de inschrijving ongeldig was verklaard. Op 20 juli maakt de gemeente dit weer ongedaan. De gemeente is voornemens om opnieuw het gesprek aan te gaan ter verificatie van de inschrijving. Dat verificatiegesprek vindt niet meer plaats, want de gemeente deelt bedrijf X mee dat zij de aanbesteding staakt en zich beraadt op een heraanbesteding.

Bedrijf X heeft verklaringen ontvangen van een aantal ambtenaren dat de gronden voor de intrekking zijn verzonnen omdat een aantal van de bij de procedure betrokken ambtenaren bedrijf X “buiten de deur wenst te houden”. De gemeente stelt als gevolg van de verklaringen een intern onderzoek in. Bedrijf X start vervolgens een procedure en vordert onder meer de gemeente te gebieden haar beslissing tot het staken van de aanbesteding ongedaan te maken, de opdracht aan bedrijf X te gunnen en de gemeente te verbieden tot heraanbesteding over te gaan.

Hoewel het voor de hand lijkt te liggen om eerst te beoordelen of de gemeente de aanbesteding mocht intrekken, oordeelt de rechtbank dat eerst de vraag moet worden beantwoord of de gemeente de opdracht nog kan heraanbesteden. Intrekking is eerder geoorloofd dan opnieuw aanbesteden. De rechtbank oordeelt echter dat het in deze kwestie  anders ligt, omdat de gemeente reeds heeft aangegeven opnieuw aan te gaan besteden en omdat het gaat om een opdracht die niet achterwege kan of zal blijven.

De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat het oordeel waarom niet tot heraanbesteding mag worden overgegaan in dit geval eveneens de conclusie rechtvaardigt dat intrekking van de aanbesteding niet gerechtvaardigd is.

Hoewel het verloop van deze specifieke aanbestedingsprocedure juridisch haken en ogen vertoont, is het opmerkelijk dat de rechtbank eerst oordeelt of een heraanbesteding mogelijk is om vervolgens te concluderen dat de intrekking in dit geval evenmin gerechtvaardigd is. 

Rb Midden-Nederland 11 januari 2017, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBMNE:2017:280

Door Ingrid van der Hoeven

"

Actualiteiten overzicht