Nieuwsbrief voor overheden

Volgens de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) kan iedereen een bestuursorgaan verzoeken om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid openbaar te maken. Deze mogelijkheid omvat alle gegevensdragers, dus ook de inhoud van personeelsdossiers van ambtenaren werkzaam bij dat orgaan. Een recente uitspraak van de Afdeling over de openbaarmaking van een vertrekregeling van een voormalig ambtenaar rekt de jurisprudentie op dit punt aanzienlijk op.

Waar ging het over? Een geïnteresseerde vroeg bij een bestuursorgaan de vertrekregeling van een voormalig ambtenaar op en de begroting en jaarrekeningen waarin de uitvoering van die regeling was verantwoord. Het bestuursorgaan heeft de begroting en jaarrekeningen verstrekt en een afschrift van de vertrekregeling toegestuurd waarin de passages waarvan het bestuursorgaan vond dat die de persoonlijke levenssfeer van de betrokken ambtenaar raken, onleesbaar waren gemaakt.

Uit de jurisprudentie blijkt dat de aanwezige informatie over (voormalige) ambtenaren in dienst bij een bestuursorgaan tot op zekere hoogte beschermd wordt tegen openbaarmaking, en wel door de uitzonderingsgrond van artikel 10, tweede lid, aanhef en sub e. van de Wob (eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer). Voor het salaris, inkomensvooruitzichten en aard van een medische aandoening is in ABRvS 20 juni 2007 (nr. 200607848/1) uitgemaakt dat het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zwaarder weegt dan het belang bij openbaarmaking. Voor een persoonlijk ontwikkelingsplan van een ambtenaar en gespreksverslagen hierover is dit bepaald in ABRvS 14 maart 2012 (nr. 201011278/2) en voor de door een ambtenaar behaalde cijfers in het kader van een (beroeps-)opleiding in ABRvS 27 december 2012 (nr. 201112034/1). Ook heeft de Afdeling in o.a. ABRvS 18 juli 2007 (nr. 200608032/1) en ABRvS 4 juni 2008 (nr. 200706367/1) uitgesproken dat namen en contactgegevens van ambtenaren niet openbaar gemaakt hoeven te worden. De Afdeling overwoog daarbij dat namen persoonsgegevens zijn en dat het bij een Wob-verzoek niet gaat om het opgeven van een naam aan een individuele burger maar om openbaarmaking ten overstaan van iedereen. In het Wob-verzoek zelf zal de naam van de betreffende ambtenaar natuurlijk wel genoemd moeten zijn, omdat het bestuursorgaan anders niet weet op wie het verzoek betrekking heeft. Bij de openbaarmaking moet die naam dan vervolgens echter worden weggelakt.

De hierboven genoemde zaak bij de Afdeling ging over de niet openbaar gemaakte passages uit de vertrekregeling. De rechtbank had al bepaald dat het op de regeling van toepassing zijnde hoofdstuk van de rechtspositieregeling, de naam van de huisaccountant en de naam van de raadsman van de voormalig ambtenaar openbaar gemaakt moesten worden. De Afdeling is van oordeel dat in aanvulling hierop ook de relatieve hoogte van de ontslaguitkering en de periode dat die zal worden verstrekt, de regeling over het pensioen van de voormalige ambtenaar, de wijze waarop inkomsten uit arbeid of bedrijf op de uitkering in mindering worden gebracht en de ziektekostenregeling openbaar gemaakt moeten worden.

Voor dit oordeel is volgens de Afdeling van belang dat vertrekregelingen regelmatig tot een maatschappelijke discussie leiden. Het belang van openbaarmaking van dergelijke regelingen is daarom groot. De Afdeling betrekt in haar oordeel verder dat in de openbaar te maken passages geen concrete bedragen zijn genoemd en deze ook niet uit andere reeds openbare gegevens zijn af te leiden. De Afdeling bevestigt uitdrukkelijk dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zwaarder kan wegen dan het belang van openbaarmaking van financiële verstrekkingen aan een ambtenaar. Dit moet echter per geval worden afgewogen en geldt dus in dit geval onder meer voor de genoemde bedragen. De Afdeling bevestigt ook dat de adresgegevens van de ambtenaar, de naam van de onderneming (praktijk) waarmee de ambtenaar op termijn in zijn levensonderhoud beoogt te voorzien en de toegekende vergoeding voor kosten van juridische bijstand niet openbaar gemaakt hoeven te worden.

ABRvS 1 oktober 2014, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RVS:2014:3559

Door mr. drs. B.F.Th. de Moor

"

Actualiteiten overzicht