Nieuwsbrief voor overheden

De gemeente Haarlemmermeer heeft in het bestemmingsplan aan bepaalde adressen in Nieuw-Vennep de bestemming “Gemengd-2” toegekend. Op grond van artikel 14, lid 14.1, van de planregels zijn de voor met deze bestemming aangewezen gronden onder andere bestemd voor wonen, dienstverlening en horeca (tot en met categorie 1 en 2 van de bij de planregels behorende Staat van horeca-activiteiten).

Bewoners vrezen dat met het opnemen van een horecabestemming de vestiging van een coffeeshop mogelijk wordt gemaakt. De gemeenteraad geeft aan dat de horecabestemming niet is toegekend met de bedoeling dat daar een coffeeshop kan worden gevestigd. Het ontbreken van de expliciete bestemming coffeeshop in het plan, samen met het ontbreken van de intentie een coffeeshop te gedogen maken dat naar het oordeel van de Afdeling de ruimtelijke gevolgen van een coffeeshop in de bestemmingsplanprocedure buiten beschouwing kunnen blijven.

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in een uitspraak van 21 april 2004 kan een coffeeshop in planologisch opzicht niet worden gereguleerd (ECLI:NL:RVS:2004:AO7946). Deze activiteit is namelijk op grond van de Opiumwet verboden. Dat wil vanuit het Nederlandse gedoogbeleid niet zeggen dat deze activiteit niet kan bestaan.

De uitspraak gaat over het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Terneuzen tot het verlenen van een bouwvergunning voor de bouw van een nieuw pand voor de coffeeshop Checkpoint. De verkoop van softdrugs in dat pand zou worden gedoogd. De raad had daarom het perceel de subbestemming ‘coffeeshop’ gegeven. Het college van GS had deze subbestemming niet goedgekeurd omdat het in strijd was met de Opiumwet. De Afdeling oordeelde dat het college bij de toetsing van de aanvraag aan het bestemmingsplan geen rekening had hoeven te houden met de wetenschap dat in het pand softdrugs verkocht zouden worden omdat het gedogen van de verkoop van softdrugs planologisch niet te reguleren valt.

In haar tussenuitspraak van 10 oktober 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BX9710) over het bestemmingsplan “Spreiding Maastrichtse Coffeeshops; Köbbesweg” heeft de Afdeling voornoemde uitspraak over Checkpoint genuanceerd. Met genoemd bestemmingsplan werd de verplaatsing van de coffeeshops uit de binnenstad van Maastricht mogelijk gemaakt. De Afdeling overwoog in deze uitspraak dat, omdat vaststond dat in het plangebied de verkoop van softdrugs zou worden gedoogd, de ruimtelijke gevolgen van de verkoop van softdrugs bij de beoordeling van het plan moesten worden betrokken.

In Nieuw-Vennep voorziet het betreffende onderdeel van het bestemmingsplan niet in een regulering van de verkoop van softdrugs, en is niet gebleken dat de gemeenteraad niet van plan is handhavend op te treden als er een coffeeshop zou worden geëxploiteerd. Nu in deze zaak geen sprake is van een dergelijk gedoogbeleid overweegt de Afdeling op dezelfde gronden als in de uitspraak van 10 oktober 2012 dat er in Nieuw-Vennep geen aanleiding voor bestaat de ruimtelijke gevolgen van een coffeeshop te betrekken.

ABRvS 11 juni 2014, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RVS:2014:2082   

Door mr. C.J. IJdema

"

Actualiteiten overzicht