Nieuwsbrief voor overheden
Kern van de zaak
Op 12 augustus 2021 verleende het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) van Tilburg een omgevingsvergunning aan Albatros 2.0 B.V. voor het plaatsen van vier parasols op een drijvend terras. De parasols overschreden gedeeltelijk de functieaanduiding “Horeca tot en met de 2e categorie” van het bestemmingsplan, waarvoor een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan werd verleend. Omwonenden stelden dat de permanent uitgeklapte parasols hun uitzicht op de Piushaven en de boot De Albatros beperkten, wat hun woongenot schaadde.
De Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde op 22 augustus 2022 dat het besluit onvoldoende gemotiveerd was en voegde een voorschrift toe dat de parasols na sluitingstijd moesten worden ingeklapt. Albatros stelde in hoger beroep dat zij belang heeft bij het kunnen gebruiken van het terras onder alle weersomstandigheden, het inklappen niet eenvoudig was en dat zij de omwonenden al tegemoet was gekomen door aanpassingen aan de parasols.
Oordeel van de Afdeling
De Afdeling oordeelde dat de rechtbank ten onrechte zelf had getoetst op goede ruimtelijke ordening in plaats van op rechtmatigheid. Het college had een zorgvuldige belangenafweging gemaakt door mee te wegen dat:
• De parasols grotendeels binnen het bestemmingsplan passen en de overschrijding minimaal is;
• Het verlies van uitzicht voor omwonenden marginaal is;
• Het belang van Albatros om de horeca onder alle weersomstandigheden te exploiteren zwaar weegt.
Bovendien benadrukte de Afdeling dat er geen blijvend recht op vrij uitzicht bestaat en dat het college de bezwaren over permanent uitgeklapte parasols had meegewogen. Het voorschrift van de rechtbank werd vernietigd en het (hoger) beroep van de omwonenden werd ongegrond verklaard.
Betekenis voor de praktijk
Deze uitspraak onderstreept dat bestuursorganen beleidsruimte hebben bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. De rechter toetst enkel op rechtmatigheid van het besluit en niet op inhoudelijke juistheid van de ruimtelijke afweging. Voor overheden onderstreept deze uitspraak het belang van een gedegen belangenafweging en motivering in besluitvorming, waarbij alle relevante belanghebbenden moeten worden betrokken.
Dit artikel is in samenwerking met onze werkstudent Isis Postema opgesteld.
ABRvS 14 mei 2025, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RVS:2025:2180.