Nieuwsbrief voor overheden

De gemeente Almere is exploitant van een parkeergarage. Het is verboden om in die parkeergarage treintje te rijden: dat is het direct achter een voorgaand voertuig onder de slagboom door de parkeergarage verlaten zonder het verschuldigde parkeergeld te betalen. De gemeente vordert van een parkeerder die treintje gereden had op grond van de algemene voorwaarden betaling van een bedrag van € 9,28 aan dagtarief, € 155,- aan schadevergoeding en € 40,- aan buitengerechtelijke kosten. De parkeerder laat verstek gaan.

De rechtbank Amsterdam, sector kanton, overweegt dat zij verplicht is om uit eigen beweging te bekijken of de algemene voorwaarden al dan niet oneerlijk zijn. Voor deze toets is niet relevant de feitelijke uitvoering of toepassing van de bedingen noch een achteraf gegeven uitleg.

De rechtbank overweegt dat de gemeente op grond van de voorwaarden het geldende dagtarief, drie maal de boete van € 155,- en alle schade die de gemeente Almere of een derde lijdt, zou kunnen vorderen. Zij zou dus een schadevergoeding kunnen verlangen die de daadwerkelijk geleden schade ver overstijgt; dat zij dat in feite niet doet, is niet relevant. Bovendien is de gemeente volgens de voorwaarden te allen tijde gerechtigd om het voertuig van de consument onder zich te houden en na 10 dagen te verkopen, zo lang de consument niet alles heeft voldaan. Ook kan de gemeente het voertuig dan buiten de parkeergarage brengen. Op zich is het voorbehouden van de mogelijkheid tot het vorderen van een gefixeerde schadevergoeding niet oneerlijk, maar de mogelijkheid om daarnaast onbeperkte kosten in rekening te kunnen brengen bij de consument en om daarnaast ook nog andere schadevergoeding bij de consument in rekening te brengen, maakt deze bedingen in hun onderlinge samenhang beschouwd, oneerlijk. Daadwerkelijke consumentenbescherming brengt met zich dat de mogelijkheid van dubbele beloning uitgesloten dient te zijn, aldus de rechtbank.

Oneerlijke bedingen moeten ambtshalve worden vernietigd, tenzij de consument zich daartegen verzet. Daarom krijgt de gemeente onder meer de opdracht om van het vonnis aan de parkeerder mededeling te doen, opdat die zich daarover kan uitlaten ten overstaan van de rechtbank.

In het algemeen zij opgemerkt dat het maken van overeenkomsten die nadelig is voor de wederpartij geregeld leidt tot het gevolg dat de rechter links- of rechtsom probeert om die wederpartij in bescherming te nemen. Het is daarom ook in het belang van degene die de overeenkomst opstelt, een redelijk evenwicht te bewaren. Dat geldt dus zeker als de wederpartij een consument is, want bij oneerlijke bedingen moet de rechter e.e.a. ambtshalve vernietigen, ook in verstekzaken en ook indien de vordering niet groot is.

Rechtbank Amsterdam 8 april 2025, www.rechtspraak.nl; ECLI:NL:RBAMS:2025:3010 
 

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team