Nieuwsbrief voor overheden
Inleiding
Een tennisclub in Laren heeft in 2021 een omgevingsvergunning aangevraagd voor de aanleg van vier padelbanen van elk 20 bij 10 meter (totaal 800 m²), en het plaatsen van een omheining van glazen wanden van 4 meter hoog op haar terrein. Deze hoogte overschrijdt de maximale hoogte van 3 meter zoals toegestaan in het bestemmingsplan voor "overige bouwwerken, geen gebouw zijnde". Het college van burgemeester en wethouders van Laren heeft die vergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verleend. Appellant woont in de directe omgeving van het terrein en vreest voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat als gevolg van het gebruik van padelbanen, met name vanwege geluid en hinder. Na bezwaren van omwonenden, waaronder appellant, is de vergunning herroepen en heeft het college aangekondigd een nieuw besluit te zullen nemen met toepassing van de uniforme uitgebreide voorbereidingsprocedure, als bedoeld in afdeling 3.4 Awb. De tennisclub heeft tegen dit besluit beroep ingesteld bij de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft vervolgens het besluit op bezwaar vernietigd. Zij is van oordeel dat het college terecht heeft geconcludeerd dat de bouw van de glazen wanden rondom de padelbanen strijdig is met het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan staat namelijk slechts een hoogte van 3 meter toe, terwijl de glazen wanden 4 meter hoog worden. Daarom is een omgevingsvergunning in de zin van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wabo nodig. De rechtbank komt vervolgens tot het oordeel dat het college niet de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, maar een reguliere voorbereidingsprocedure had moeten opstarten, omdat de strijd met het bestemmingsplan enkel de omheining betreft. Die valt gelet op de grondoppervlakte en hoogte ervan onder de zogenoemde kruimelgevallen regeling van artikel 4, aanhef en onderdeel 3, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor). Op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2e in samenhang met artikel 3.10 van de Wabo moet dan de reguliere voorbereidingsprocedure worden gevolgd.
Oordeel van de Afdeling
In hoger beroep voert appellant aan dat de rechtbank onterecht ambtshalve heeft geoordeeld over de vraag welke voorbereidingsprocedure gevolgd had moeten worden. Daarnaast is hij van mening dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de kruimelgevallenregeling van toepassing is. De oppervlakte van de padelbanen zelf moet ook worden meegerekend en niet alleen de oppervlakte van de omheining. Tussen de verharding van de padelbanen en de omheining bestaat een constructieve en functionele samenhang en zij vormen samen een bouwwerk met een grotere oppervlakte dan de 50 m² waarop de kruimelgevallenregeling van toepassing is.
De Afdeling oordeelt dat het gehele bouwwerk, inclusief verharding, fundering en glazen wanden, één functioneel en constructief geheel vormt. Daarmee wordt de 50 m²-grens voor kruimelgevallen overschreden. Vergelijkbaar met eerdere jurisprudentie (o.a. ABRvS 18 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2750), betekent dit dat geen sprake is van een ‘kruimelgeval’ en dat de uitgebreide procedure dus wél vereist is.
De Afdeling verklaart het hoger beroep van appellant gegrond. De rechtbank heeft ten onrechte geoordeeld dat het college niet de uniforme openbare voorbereidingsprocedure hoefde te volgen. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, met uitzondering van het oordeel over de schadevergoeding aan de tennisclub vanwege overschrijding van de redelijke termijn. Het eerdere besluit van het college, waarbij de vergunning werd herroepen en werd gekozen voor de uitgebreide procedure, herleeft. Het college moet dus een ontwerpbesluit opstellen en ter inzage leggen conform de uniforme procedure.
Conclusie
Deze uitspraak bevestigt dat niet alleen de hoogte van de omheining, maar ook de verharding en fundering moeten worden meegewogen bij de beoordeling of de 50 m²-grens wordt overschreden. Door de functionele en constructieve samenhang is namelijk sprake van één bouwwerk waardoor de kruimelgevallenregeling niet van toepassing is en de uitgebreide procedure is vereist. Onder het huidige recht is de kruimelgevallenregeling niet in exact dezelfde vorm teruggekomen, maar geldt nog steeds dat de omvang van het bouwwerk bepalend is voor de vergunningplicht en voor het antwoord op de vraag welke procedure gevolgd moet worden.
ABRvS 14 mei 2025, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RVS:2025:2163