Nieuwsbrief voor overheden

In deze zaak ging het om de voorgenomen herontwikkeling van een camping door Elfstedenhart Recreatie in de gemeente Losser. Eisers hadden het college verzocht om handhavend tegen de ontwikkeling op te treden, omdat de voorgenomen ontwikkeling volgens hen in strijd was met het ter plaatse geldende planologische regime. De ontwikkeling voorzag onder meer in de realisatie van 65 houten recreatieverblijven. Volgens eisers mocht de voorgenomen ontwikkeling niet vergunningvrij worden gerealiseerd. Volgens hen was daarom sprake van een klaarblijkelijk dreigende overtreding van het verbod om zonder omgevingsvergunning een bouwwerk te bouwen, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a Wabo.

Bij primaire besluiten had het college de respectievelijke handhavingsverzoeken afgewezen. De daartegen door eisers gemaakte bezwaren zijn door het college ongegrond verklaard.

In beroep hebben eisers niet alleen inhoudelijke gronden aangevoerd, maar hebben zij ook gesteld dat het college niet had voldaan aan de verplichting om de op de zaak betrekking hebbende stukken gedurende een week voorafgaand aan het horen in bezwaar ter inzage te leggen. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 7:4 lid 2 Awb. Volgens eisers had het college ook de bestemmingsplanbepalingen ter inzage moeten leggen. Het college kon volgens eisers niet volstaan met de verwijzing naar www.ruimtelijkeplannen.nl

De rechtbank volgt eisers niet in hun betoog en oordeelt dat het college wel degelijk kon volstaan met verwijzing naar www.ruimtelijkeplannen.nl

Uit de uitspraak kan worden afgeleid dat het niet nodig is om de relevante bestemmingsplanbepalingen ter inzage te leggen, als wel wordt verwezen naar de vindplaats van de relevante bepalingen. Het verdient daarbij aanbeveling om die verwijzing zoveel mogelijk te specificeren.

Rb. Overijssel 14 februari 2025, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBOVE:2025:847
 

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team