Blog

Kernpunten van de nieuwe wetgeving

De nadruk van de Wet seksuele misdrijven ligt op instemming en vrije wil in seksuele interacties. De wet concentreert zich namelijk op de afwezigheid van wederzijdse instemming. Iemand is straks dus strafbaar als deze wist of kon vermoeden dat de ander geen seksuele interactie wilde en toch heeft doorgezet. Het is daarbij niet meer noodzakelijk om te bewijzen dat sprake was van dwang, geweld of bedreiging, zoals in de Zedenwet (nog) wel het geval is. Als bewijs van dwang, geweld of bedreiging wel aanwezig is kan dit onder de Wet seksuele misdrijven leiden tot een zwaardere straf.

Met het centraal stellen van wederzijdse instemming in plaats van dwang, geweld of bedreiging, beoogt de wetgever het voor slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag eenvoudiger te maken om daarvan melding te doen.

Speciale aandacht voor hiërarchische relaties

De wetgever heeft hiernaast speciale aandacht gehad voor hiërarchische relaties. De wetgever neemt namelijk als uitgangspunt dat in functionele afhankelijkheidsrelaties de wil om seksuele handelingen te verrichten met een bovengeschikte ontbreekt. Hierbij spelen factoren zoals de mate van autoriteit van de leidinggevende en mogelijke angst voor carrièregevolgen een rol.

De bewijslast om aan te tonen dat sprake was van wederzijds instemming, rust op de bovengeschikte. Als de bovengeschikte niet het nodige bewijs kan leveren van het feit dat die instemming aanwezig was, is strafbaarheid in principe vastgesteld.

Terug naar het voorbeeld: in het geval van Lisa en Peter wordt dan dus aangenomen dat Lisa zich onder druk gezet voelde vanwege de mogelijke gevolgen voor haar carrière. De bewijslast ligt dan vervolgens bij Peter om aan te tonen dat sprake was van wederzijdse instemming. Kan hij dit niet bewijzen, dan is strafbaarheid vastgesteld.

Seksuele intimidatie in het openbaar

Ook seksuele intimidatie in het openbaar is onder de nieuwe wetgeving strafbaar gesteld. Dit omvat situaties waarin iemand in openbare ruimtes, zoals op straat of in de supermarkt, als een seksueel object wordt behandeld. Ook publieke plekken zoals musea en dierentuinen vallen onder de definitie van ‘in het openbaar’. Hoewel veel werknemers niet ‘in het openbaar’ werkzaamheden zullen verrichten omdat zij bijvoorbeeld in een kantoorpand of een fabriek werken, is seksuele intimidatie tijdens bedrijfsevenementen in het openbaar dan wél weer strafbaar. Hierbij valt te denken aan een zakelijke borrel in een (openbare) uitgaansgelegenheid. Daarnaast kwalificeert online seksuele intimidatie, bijvoorbeeld via sociale media, ook als strafbaar feit.

Dus stel dat Peter tijdens de bedrijfsborrel niet tegen Lisa aan was gaan dansen, maar in een openbare gelegenheid door was gegaan met zijn seksueel getinte uitingen richting Lisa, dan kwalificeren die gedragingen als seksuele intimidatie in het openbaar en kan Peter hiervoor strafrechtelijk vervolgd worden.

Arbeidsrechtelijke consequenties

Voor slachtoffers van seksuele intimidatie en ongewenste seksuele relaties binnen een hiërarchische arbeidsverhouding lijkt de drempel om aangifte te doen bij de politie dus te worden verlaagd. De werknemer die zich schuldig maakt aan seksueel grensoverschrijdend gedrag kan namelijk eerder strafrechtelijk worden veroordeeld. Naar verwachting leidt dit ook tot een sterkere positie van werkgevers, omdat ontslag (op staande voet) daarmee eerder als gerechtvaardigd kan worden beschouwd. Wanneer een werknemer namelijk een strafbaar feit begaat tegen een collega, en hiervoor ook strafrechtelijk wordt veroordeeld, is de kans mogelijk groter dat een kantonrechter dit als verwijtbaar handelen of nalaten beschouwt in een arbeidsrechtelijke context. Maar als diezelfde werknemer hetzelfde strafbare feit begaat tegen een willekeurige derde, zal er meestal geen ruimte zijn voor enige arbeidsrechtelijke consequentie.

Hoe dan ook dienen werkgevers zorgvuldig te blijven overwegen of een (potentiële) strafrechtelijke veroordeling voldoende grond biedt voor ontslag, gezien alle relevante omstandigheden. De persoonlijke omstandigheden van een werknemer dienen altijd – ook als iemand strafrechtelijk is veroordeeld – te worden meegewogen.

Aanbevelingen voor werkgevers

Hoewel de Wet seksuele misdrijven kansen biedt om seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer effectiever aan te pakken, brengt het ook uitdagingen met zich mee. Het is van cruciaal belang om als werkgever actief beleid en ondersteunende maatregelen te implementeren om een veilige en respectvolle werkomgeving te handhaven. In dat kader is het raadzaam om: 

  1. een beleid en gedragscodes te creëren of te herzien. Zorg ervoor dat deze duidelijke regels omtrent seksuele omgangsvormen en relaties op de werkvloer bevatten en dit beleid de gevolgen van overtreding daarvan kenbaar maakt.
  2. trainingen te implementeren. Verhoog het bewustzijn onder werknemers over wat wel en niet is toegestaan, waarbij u eventueel zelfs expliciet bespreekt wat deze nieuwe wet inhoudt en welk uitgangspunt de nieuwe wet neemt voor strafbaarstelling.
  3. uw beleid juridisch te laten controleren. Laat uw beleid (regelmatig) toetsen om compliance te waarborgen. Onze specialisten in Middelburg, Rotterdam en Terneuzen helpen u daar graag bij!

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team