Blog
Wat was er gebeurd?
De zaak waarover de Hoge Raad op 22 november 2024 oordeelde volgt op dramatische gebeurtenissen in 2013 die hebben geleid tot zeer ernstig lichamelijk letsel van een destijds elfjarige jongen, als gevolg van een explosie van een illegale vuurwerkbom. De jongen had het vuurwerk gekregen van een medewerker van (een rechtsvoorganger van) Unique die aan de gemeente Amsterdam was uitgeleend bij wijze van payrolling. Na het ongeval bleek de jongen ook nog door de medewerker seksueel te zijn misbruikt.
Bij vonnis van 16 september 2014 heeft de rechtbank Amsterdam de medewerker voor het seksueel misbruik en het verstrekken van illegaal vuurwerk aan de jongen veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee en een half jaar en betaling van een schadevergoeding van € 25.000.
De ouders van de jongen hebben de gemeente vervolgens aansprakelijk gesteld voor de schade. De gemeente heeft met de ouders van de jongen afgesproken dat de gemeente (althans haar aansprakelijkheidsverzekeraar) de door de jongen en zijn ouders geleden en nog te lijden schade als gevolg van de gebeurtenissen in 2013 volledig zal vergoeden. De ouders hebben hun vordering op de rechtsvoorganger van Unique overgedragen aan de gemeente.
De contractuele afspraken
De gemeente had met (een rechtsvoorganger van) Unique een overeenkomst gesloten voor de inhuur van uitzendkrachten. In die overeenkomst is onder andere het volgende opgenomen:
“15 Aansprakelijkheid
(…)
2. De Leverancier zal de Gemeente Amsterdam vrijwaren voor alle aanspraken van derden in verband met schade ontstaan door of in verband met de Producten en/of Diensten.”
De gemeente heeft gevorderd dat Unique wordt veroordeeld tot vergoeding aan haar van de schade die de jongen en zijn ouders hebben geleden. De rechtbank wees de vordering van de gemeente tegen Unique af.
De beoordeling van het hof
In het arrest van 30 mei 2023 heeft het hof de vordering van de gemeente alsnog gedeeltelijk toegewezen en heeft geoordeeld dat Unique op grond van artikel 15 lid 2 van de algemene inkoopvoorwaarden gehouden is de gemeente te vrijwaren voor de aanspraken van de jongen en zijn ouders in verband met de schade die zij hebben geleden en nog lijden als gevolg van het handelen van de medewerker.
Unique heeft betoogd dat de gemeente geen beroep kan doen op artikel 15 van de algemene inkoopvoorwaarden, omdat dit artikel alleen van toepassing is indien er een toerekenbare tekortkoming van de zijde van Unique is. In dit geval valt er Unique geen enkel verwijt te maken. Zij heeft zich niet bezig gehouden met de werving en selectie van de medewerker en heeft hem enkel bij wijze van payrolling als uitzendkracht ter beschikking gesteld aan de gemeente. De gemeente geeft, volgens Unique, een veel te ruime uitleg aan artikel 15, die niet strookt met de bedoelingen van partijen en die ook niet kenbaar was voor Unique. Unique zou een dergelijk beding, waarbij de balans helemaal doorslaat in het voordeel van de gemeente, nooit hebben aanvaard. Voor zover dit al kenbaar zou zijn geweest, voert Unique aan dat er over dit artikel niet werkelijk is onderhandeld. Als inschrijvende partij in een aanbestedingsprocedure had Unique geen mogelijkheid om af te wijken van de door de gemeente gestelde voorwaarden. De gemeente kon als commercieel sterkste partij vasthouden aan de inhoud van haar algemene inkoopvoorwaarden. In dit verband onderstreept Unique dat de gemeente zelf erkent dat zij met geen enkel tekstvoorstel van de deelnemende partijen aan de aanbesteding akkoord is gegaan. Dit brengt met zich dat artikel 15 zo beperkt mogelijk moet worden uitgelegd, aldus Unique.
Wat betreft de uitleg van artikel 15 van de algemene inkoopvoorwaarden heeft de gemeente aangevoerd dat op grond van die bepaling aansprakelijkheid van Unique reeds ontstaat op het moment dat schade wordt berokkend die feitelijk kan worden gerelateerd aan de tewerkstelling van de uitzendkracht. Dit feitelijk verband is in onderhavige zaak aanwezig, aldus de primaire stelling van de Gemeente.
Het hof geeft de gemeente gelijk. Voor de beantwoording van de vraag hoe een bepaling in een overeenkomst moet worden uitgelegd, komt het aan op wat de bedoeling van partijen is geweest. Volgens het hof blijkt uit de bewoordingen van artikel 15 lid 2 dat aansprakelijkheid van Unique ontstaat als een derde (in dit geval de jongen en zijn ouders) aanspraak maakt op schadevergoeding ‘in verband met schade ontstaan door of in verband met de diensten’.
Het hof is van oordeel dat een verband aanwezig is tussen de gedragingen van de medewerker en de overeenkomst met Unique. De medewerker was immers ten tijde van die gedragingen op basis van die overeenkomst als uitzendkracht ter beschikking gesteld aan de gemeente. Door het ter beschikking stellen van de medewerker aan de gemeente is de kans op de onrechtmatige gedragingen van de medewerker vergroot. Volgens het hof staat aan dit oordeel niet in de weg dat Unique slechts de formele werkgever was van de medewerker en ten aanzien van de uitvoering van zijn werkzaamheden geen enkele instructiebevoegdheid had.
Volgens vaste rechtspraak is de uitlener eerst dan niet aansprakelijk voor de ter beschikking gestelde arbeidskracht als hij kan aantonen dat hij ondanks het voortduren van het dienstverband geen enkele zeggenschap meer had uit hoofde van zijn rechtsbetrekking. Gesteld noch gebleken is dat Unique ‘geen enkele zeggenschap’ over wat dan ook had. Unique heeft zelf erkend dat zij bijvoorbeeld bevoegd was om een schorsing op te leggen.
Het hof verwees naar de uitspraak van de Hoge Raad van 14 juli 2017, met vindplaats ECLI:NL:HR:2017:1345, rov, 3.4.2. Dit leidde tot de conclusie dat niet alleen de gemeente, maar ook Unique aansprakelijk is jegens de jongen en zijn ouders voor de door hen geleden schade.
De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad volgt de conclusie van de Procureur- generaal die overweegt dat voor aansprakelijkheid van Unique niet is vereist dat Unique zeggenschap had over de gedragingen van de medewerker waarin diens fout jegens de jongen was gelegen. De uitspraak van het hof blijft dus in stand, waardoor Unique de schade dient te vergoeden.