Blog

Toestemming voor een buitenlandse reis

Het komt vaak voor dat een ouder met zijn/haar kind naar het buitenland wil reizen zonder de andere ouder. De ouder heeft toestemming van de andere ouder nodig als deze is belast met het ouderlijk gezag. Het maakt hiervoor niet uit of de reizende ouder ook is belast met het ouderlijk gezag. Als een ouder met gezag niet meereist is hiervoor altijd zijn/haar toestemming nodig.

Wanneer een kind onder voogdij staat is voor de buitenlandse reis de toestemming van de voogd nodig.

Als een ander dan een ouder met een kind naar het buitenland wil reizen is ook toestemming van de ouder(s) met gezag of de voogd nodig. Als beide ouders van het kind ouderlijk gezag hebben dan is van beide ouders de toestemming nodig.

Reist u als ouder met gezag met uw kind naar het buitenland en is er geen andere ouder met gezag, dan is het verstandig om een uittreksel uit het gezagsregister of een rechterlijke uitspraak mee te nemen waaruit volgt dat u inderdaad alleen het gezag over uw kind heeft.

Toestemmingsformulier

Wanneer de ouder(s) met gezag of de voogd toestemming geeft voor de buitenlandse reis dan moet hiervoor een toestemmingsformulier worden ingevuld en worden ondertekend. De reizende ouder of niet-ouder neemt dit formulier mee op reis. De ouder of voogd die toestemming geeft moet ook een kopie van zijn/haar paspoort aan de reizende ouder of niet-ouder meegeven.

Daarnaast moet een document worden meegenomen waaruit de gezagssituatie blijkt. Dit kan bijvoorbeeld een rechterlijke uitspraak of een uittreksel uit het gezagsregister zijn.

Het toestemmingsformulier kunt u downloaden via de website van de Rijksoverheid.  

Vervangende toestemming

In het geval de ouder(s) met gezag of de voogd geen toestemming geeft voor een buitenlandse reis kan aan de rechtbank vervangende toestemming worden gevraagd. Als er sprake is van een spoedeisend belang kan dit via een kort geding. Er vindt dan in beginsel binnen zes weken een zitting plaats.

Het is belangrijk de vervangende toestemming te vragen, omdat er sprake van kinderontvoering kan zijn als zonder toestemming met een kind naar het buitenland wordt gereisd.

Bij de beoordeling van een verzoek tot vervangende toestemming weegt de rechtbank de belangen af. Het belang van het kind staat daarbij centraal.  

Wanneer een ouder tijdens een schoolvakantie met een kind op vakantie wil, er geen veiligheidsrisico’s gelden voor het vakantieland en er geen vrees is dat de ouder niet meer terug zal keren met het kind, wordt het verzoek meestal toegewezen.

Als de ouder echter buiten de schoolvakantie wil reizen, er veiligheidsrisico’s voor het land gelden of er een gegronde vrees is dat de ouder niet zal terugkeren met het kind zal de rechter alle belangen afwegen en op basis daarvan een beslissing nemen. Er kunnen uiteraard meer omstandigheden zijn waaronder de rechtbank geen vervangende toestemming zal verlenen.

Onlangs heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant bijvoorbeeld een verzoek tot vervangende toestemming voor een vakantie naar Iran afgewezen, omdat het reisadvies van Ministerie van Buitenlandse Zaken naar Iran negatief is.

In 2023 heeft de Rechtbank Den Haag een verzoek tot vervangende toestemming voor een vakantie naar de Filipijnen afgewezen, omdat onvoldoende zekerheid bestond dat de moeder met het kind na de vakantie zou terugkeren naar Nederland. De rechtbank overwoog daarbij dat de moeder meerdere uitlatingen had gedaan over het opbouwen van een leven in de Filipijnen en de situatie van de moeder in de Filipijnen meer vastigheid leek te kennen dan die in Nederland.

Tot slot

Wilt u een verzoek tot vervangende toestemming voor een buitenlandse reis indienen, hiertegen verweer voeren of heeft u een vraag over reizen met minderjarige kinderen naar het buitenland of een andere familierechtelijke kwestie? Neem dan contact op met mr. E. (Esther) Poppe (epoppe@avdw.ml) of mr. F.C. (Femke) Hoogeveen (fhoogeveen@avdw.nl). Wij helpen u graag verder.

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team