Blog
Schadevergoeding na een strafbaar feit
Als u slachtoffer wordt van een strafbaar feit, zoals vernieling, dan bestaan er twee verschillende routes om een schadevergoeding te verkrijgen:
1)Via de strafrechter;
2)Via de civiele rechter.
Als het slachtoffer schade heeft opgelopen door het plegen van het strafbare feit – en de verdachte wordt veroordeeld – dan kan er binnen het strafproces een schadevergoedingsprocedure worden opgestart. Dit wordt ook wel ‘voegen als benadeelde partij’ in een strafzaak genoemd.
Een alternatieve route is om de dader civielrechtelijk aansprakelijk te stellen voor de schade. De juridische grondslag daarvoor is artikel 6:162 BW. Voor het verhalen van een schadevergoeding is vereist dat wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1)Onrechtmatig handelen
a. Inbreuk op een eigendomsrecht;
b. In strijd handelen met de wet (art. 5:1 BW);
c.In strijd handelen met hetgeen in het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
2)Toerekenbaarheid
a.De vernieling moet aan iemand kunnen worden toegerekend, bijvoorbeeld op grond van schuld of dat het voor zijn of haar risico komt;
3)Schade
a.Vermogensschade (verlies + gederfde winst);
b.Ander nadeel (immateriële schade);
4)Causaliteit;
a.Als de vernieling niet had plaatsgevonden (hypothetische situatie) was de schade dan ook niet? Er moet een verband bestaan tussen de gedraging en de schade.
5)Relativiteit;
a.De overtreden norm moet door de wetgever zijn geschreven ter bescherming van het geschonden belang (inbreuk op het eigendomsrecht).
Wanneer een verdachte strafrechtelijk wordt veroordeeld, dan kan het strafvonnis een grote bijdrage leveren aan het ‘bewijs’ voor een civiele rechtszaak. Een strafvonnis is dwingend bewijs voor een civiele rechter (art. 161 Rv). Dit betekent dat de bewijskracht van het strafbare feit ook tegenover anderen bestaat. In een civiele procedure kan daarmee het ‘onrechtmatig handelen’ worden voorzien van bewijs.
Voor een dwingende bewijskracht is het overigens niet vereist dat de verdachte ook is veroordeeld. In sommige situaties kan het strafvonnis ook zonder veroordeling bijdragen aan het inkleuren van de vereisten voor aansprakelijkheid.
Tips: Wat kunt u het beste doen wanneer u te maken hebt met vernielingen door ‘demonstranten’?
- Aangifte bij de politie;
- Maak indien mogelijk foto’s of video’s van het incident;
- Meld de schade bij uw verzekering;
- Stel de dader aansprakelijk voor uw schade;
- Laat u bijstaan door een gespecialiseerde advocaat.
Een minderjarige dader? De ouders zijn (risico)aansprakelijk voor de schade
Wanneer een minderjarige schade berokkent door vandalistisch gedrag, dan kan de ouder voor deze schade aansprakelijk zijn. Hoe zit dat?
Risicoaansprakelijkheid is een vorm van aansprakelijkheid voor het gedrag van een ander. De wet (art. 6:169 BW) maakt een verschil tussen kinderen in verschillende leeftijdsgroepen:
- Kinderen onder de 14 jaar;
- Kinderen tussen de 14 en 16 jaar;
- Kinderen boven de 16 jaar.
Voor kinderen onder de 14 jaar geldt dat de ouders (of voogd) aansprakelijk zijn voor onrechtmatige gedragingen van een kind. Daarvoor is wel vereist dat het kind daadwerkelijk een handeling verrichtte en dat deze daad hem of haar ook als een fout kan worden toegerekend (schuld).
Bij kinderen in de leeftijdscategorie van 14 tot en met 16 jaar is het aansprakelijkheidsregime wat uitgebreider. De ouders (of voogd) zijn niet alleen aansprakelijk wanneer het kind een fout maakt, maar ook als hij of zij iets nalaat waardoor er schade ontstaat. Voor ouders bestaat er wel een escape wanneer zij kunnen aantonen dat hen niets te verwijten valt over de fout van het kind.
Dit laatste lijkt mij niet aan de orde bij de rellen van afgelopen dagen. Er was namelijk sprake van een avondklok. Ouders hadden hun kinderen binnen moeten houden. Nu zij dit niet gedaan hebben valt hen iets te verwijten waardoor ook de schade op hen verhaald kan worden.
Als een kind ouder is dan 16 jaar dan is de kans kleiner dat een ouder aansprakelijk zal zijn voor de berokkende schade. Vereist is namelijk dat ook de ouders zelf een onrechtmatige daad hebben gepleegd. Het is voor discussie vatbaar of ‘je kind niet binnenhouden na de avondklok’ hieronder kan worden geschaard. Denkbaar is dat ouders geen invloed konden uitoefenen zoals dat het kind de instructies om thuis te blijven niet opvolgde.
Als u vragen of opmerkingen hebt over dit artikel, dan kunt u contact opnemen met Jantien van Hoeve.