Blog

Achtergrond van de zaak

In deze zaak waren een moeder en een vader verwikkeld in een juridisch geschil over de wijziging van de geslachtnaam van hun kinderen. Sinds 1 januari 2024 biedt de wet een extra keuzemogelijkheid aan ouders voor wat betreft de geslachtsnaam van hun kind. Ouders kunnen ervoor kiezen om hun kind dat op of na 1 januari 2024 is geboren een dubbele geslachtsnaam te geven die bestaat uit een combinatie van de geslachtsnamen van beide ouders. 

Deze extra keuzemogelijkheid is voor de duur van één jaar (van 1 januari 2024 tot 1 januari 2025) ook opengesteld kinderen die op of na 1 januari 2016 zijn geboren. Om hiervan gebruik te maken moest aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  1. de ouders verklaren gezamenlijk dat de kinderen een geslachtsnaam behoren te krijgen die bestaat uit een combinatie van de geslachtsnamen van beide ouders in een door hen eensluidend gekozen volgorde;
  2. het oudste kind dat in familierechtelijke betrekking tot beide ouders staat, is geboren op of na 1 januari 2016 en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, en
  3. de verklaring betreft alle kinderen van dezelfde ouders.

In dit geval wilde de moeder de kinderen alsnog een dubbele achternaam geven. De vader was het daar niet mee eens en dus kon aan de eerste voorwaarde niet worden voldaan.  

De moeder startte daarom een procedure om vervangende toestemming van de rechter te krijgen om de geslachtsnaam van de kinderen alsnog te wijzigen naar de dubbele achternaam. 

Zowel de rechtbank als het gerechtshof oordelen dat de juridische grondslag voor dit verzoek ontbreekt. 

Proceskostenveroordeling

De vader heeft het gerechtshof verzocht om de moeder te veroordelen in de proceskosten, omdat het indienen van hoger beroep onredelijk en onnodig zou zijn geweest. 

In het familierecht komt het alleen bij uitzondering voor dat de ene partij de proceskosten van de andere partij moet betalen. Het Gerechtshof ’s Hertogenbosch heeft in 2012 uitgelegd dat er daarvoor duidelijk sprake moet zijn van ‘het nodeloos in rechte betrekken van de wederpartij’. Oftewel, het was compleet onnodig om de procedure op te starten en het had voor diegene die de procedure opstartte overduidelijk moeten zijn dat het verzoek geen kans van slagen had.

In de zaak die in deze blog centraal staat overweegt het gerechtshof dat zowel rechtbanken als gerechtshoven hebben recent hebben geoordeeld dat geen vervangende toestemming kan worden gevraagd voor de wijziging van de geslachtsnaam. Omdat de moeder de procedure in hoger beroep toch heeft doorgezet is er volgens het gerechtshof sprake van het nodeloos in rechte betrekken van de vader en wordt de moeder in de proceskosten veroordeeld.

Precedentwerking 

Het gerechtshof vaart met deze uitspraak een andere koers dan wij binnen het familierecht gewend zijn. Wij zijn dan ook benieuwd of deze uitspraak gevolgen zal hebben voor toekomstige beslissingen ten aanzien van een proceskostenveroordeling binnen het familierecht en zullen deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten houden. 

Tot slot 

Heeft u vragen over deze uitspraak of een andere familierechtelijke vraag? Neem dan contact op met mr. F.C. (Femke) Hoogeveen (fhoogeveen@avdw.nl) of mr. E. (Esther) Poppe (epoppe@avdw.nl). Wij helpen u graag verder. 

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team