Nieuwsbrief voor overheden

De bewonersvereniging heeft beroep ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan voorziet in een wijziging van de bedrijfsbestemming naar een woonbestemming. Op de gronden kunnen 45 grondgebonden woningen worden gebouwd.

Volgens de raad is de doelstelling van de bewonersvereniging niet voldoende concreet en kunnen zij daarom niet als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden aangemerkt. Verder heeft de bewonersvereniging geen zienswijze ingediend over het ontwerpplan en is zij ook niet verschenen op verschillende bewonersbijeenkomsten van de gemeente. Het beroep moet daarom volgens de raad niet-ontvankelijk worden verklaard. 

De bewonersvereniging stelt dat zij geen zienswijze heeft kunnen indienen, omdat zij in periode dat het plan ter inzage lag nog niet was opgericht. Het niet instellen van een zienswijze kan overigens de bewonersvereniging niet worden tegengeworpen in omgevingsrechtelijke zaken. Dit is bepaald in de uitspraak van de Afdeling van 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:768

Voor het antwoord op de vraag of de bewonersvereniging belanghebbende – en dus ontvankelijk is - zijn de statutaire doelstelling en de feitelijke werkzaamheden van de bewonersvereniging bepalend (vgl. ABRvS 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1907). 

De bewonersvereniging is 10 weken voor einde van de beroepstermijn opgericht. Ten tijde van de beroepstermijn was de bewonersvereniging nog niet bij notariële akte opgericht. Het was hierdoor een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid. Bij de beoordeling of een dergelijke rechtspersoon feitelijke werkzaamheden verricht, moet worden uitgegaan van de feitelijke werkzaamheden die de rechtspersoon heeft verricht tot uiterlijk de dag voor het einde van de beroepstermijn. Alleen in rechte opkomen tegen besluiten of het vergaren van informatie ten behoeve van procedures kan niet worden aangemerkt als feitelijke werkzaamheden (vgl. ABRvS 26 januari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP2116 en ABRvS 18 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:808). 

Anders dan de raad heeft betoogd, acht de Afdeling de doelomschrijving van de bewonersvereniging voldoende onderscheidend. De Afdeling oordeelt verder dat de bewonersvereniging geen feitelijke werkzaamheden heeft uitgevoerd voor het verstrijken van de beroepstermijn. De vraag ligt voor of van de bewonersvereniging verlangd kan worden dat zij feitelijke werkzaamheden verricht, omdat zij net voor het verstrijken van de beroepstermijn is opgericht? De Afdeling acht de periode van 10 weken voor het einde van de beroepstermijn niet zodanig kort dat geen feitelijke werkzaamheden konden worden verricht. Daarnaast is niet gebleken dat de bewonersvereniging in de periode tot aan de zitting bij de Afdeling feitelijke werkzaamheden, naast het voeren van procedures, heeft verricht. De bewonersvereniging kan niet als belanghebbende worden aangemerkt. Het beroep is niet-ontvankelijk. 

ABRvS 31 januari 2024, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RVS:2024:373 
 

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team