Nieuwsbrief voor overheden

Ook als er bijzondere omstandigheden zijn die in de weg staan aan invordering, mag het bestuursorgaan besluiten tot invordering.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde hadden een last onder dwangsom opgelegd aan een eigenaar van een recreatiewoning voor een overtreding van artikel 2.1 lid 1 sub c Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De overtreder liet zijn recreatiewoning in strijd met het vigerende bestemmingsplan bewonen door arbeidsmigranten.

De last werd niet uitgevoerd, waardoor de dwangsom ineens van € 25.000,- verbeurd raakte.

Het college besloot tot invordering van die dwangsom. De overtreder maakte bezwaar en voerde diverse omstandigheden aan die volgens hem in de weg stonden aan invordering.

De adviescommissie bezwaarschriften volgde het betoog van de overtreder en adviseerde het college het bezwaar gegrond te verklaren en het bestreden besluit te herroepen.

Het college besloot in afwijking van dit advies het bezwaar toch ongegrond te verklaren en het bestreden besluit te handhaven. Het voerde aan dat de omstandigheden tezamen een bijzondere omstandigheid opleverden die aan invordering in de weg stond, maar dat de overtreder inmiddels dezelfde overtreding opnieuw had begaan. Dat feit had het college doen besluiten om het bestreden besluit te handhaven.

De Afdeling oordeelde dat het college de nieuwe overtreding mocht meewegen bij het nemen van het besluit om tot invordering over te gaan, maar dat het de overtreder dan wel moest horen en dat het dat ten onrechte niet had gedaan.

Deze uitspraak laat dus zien dat het bestaan van bijzondere omstandigheden die in de weg staan aan invordering niet hoeft te betekenen dat van invordering moet worden afgezien.

ABRvS 10 februari 2021, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RVS:2021:275

Door Jaap IJdema

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team