Nieuwsbrief voor overheden
De burgemeester heeft naast de tijdelijke sluiting ook besloten de aanwezige vergunningen in te trekken. De horeca-eigenaar heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en een verzoek voorlopige voorziening ingediend.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het bezit van lachgasflessen een sterke aanwijzing is dat het lachgas niet is bestemd voor ander dan recreatief gebruik als roesmiddel. De horeca-eigenaar heeft verschillende verklaringen gegeven voor het aantreffen van de lachgasflessen. De ruimte waar de lachgasflessen zijn aangetroffen behoort niet tot de inrichting en daarnaast waren de lachgasflessen van de vorige eigenaar. De voorzieningenrechter heeft deze wisselende verklaringen meegewogen in haar oordeel. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter meegewogen dat de lachgasflessen nog koud waren bij de instap van de politie en dat de flessen met vulling zijn aangetroffen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat gelet op de aangetroffen aanzienlijke hoeveelheid lachgasflessen, waarvan sommige recent gebruikt en ook gevuld, en de ernstige verstoring van de openbare orde die dit met zich brengt, de burgemeester zich bevoegd heeft mogen achten om artikel 13b, eerste lid, van de Ow toe te passen.
De voorzieningenrechter oordeelt daarnaast dat de burgemeester bevoegd was om de exploitatievergunning, de alcoholwetvergunning en de aanwezigheidsvergunning in te trekken. Door het aantreffen van de lachgasflessen is er sprake van verstoring van de openbare orde en heeft de burgemeester geen vertrouwen meer in de ondernemer.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek voorlopige voorziening af.
De vraag die hierbij gesteld kan worden is of de burgemeester de horeca-inrichting ook had mogen sluiten indien minder lachgasflessen waren aangetroffen. Het is niet duidelijk hoeveel lachgasflessen een handelshoeveelheid is in de zin van artikel 13b lid 1 sub a Opiumwet. Nadere jurisprudentie over het aantreffen van lachgasflessen zal dat nog moeten uitwijzen.
Rechtbank Den Haag 19 juli 2023, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBDHA:2023:11154
Door Anneloes Kester