Nieuwsbrief voor overheden

De gemeente Rotterdam verkoopt onroerend goed. In de overeenkomst staat dat de gemeente bevoegd is om een Bibob-toets uit te voeren en de koopovereenkomst te ontbinden, indien de uitkomst van de Bibob-toets daartoe aanleiding geeft. 

Rechtbank en hof oordelen dat dit een redelijke voorwaarde is; het gaat er bij deze koop niet om of de koper al dan niet in staat is om de koopprijs daadwerkelijk te betalen. Het is redelijk dat de gemeente wil kunnen beoordelen of er onder meer gevaar is dat voor de betaling van de koopsom middelen worden aangewend die afkomstig zijn uit strafbare feiten. 

De koper geeft geen correcte informatie en de gemeente besluit naar aanleiding daarvan om niet aan het landelijk bureau een Bibob-advies te vragen. Het hof oordeelt dat de gemeente daartoe ook niet verplicht was; de koper had immers onvolledige informatie verstrekt; indien onzichtbaar wordt gehouden hoe de transactie wordt gefinancierd, heeft een advies van het landelijk bureau verder geen zin. 

In daarvoor in aanmerking komende gevallen, dus niet indien bijv. een woonhuis aan een particulier wordt verkocht, zou door gemeenten wellicht standaard een ontbindende Bibob-voorwaarde in koopovereenkomsten kunnen worden opgenomen. 

Hof Den Haag 27 februari 2024, www.rechtspraak.nl; ECLI:NL:GHDHA:2024:285
 

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team