Nieuwsbrief voor overheden

Als ‘wonen’ op grond van het bestemmingsplan is toegestaan en het begrip is in het plan niet gedefinieerd, dan zijn diverse uiteenlopende vormen van huisvesting mogelijk zonder omgevingsvergunning voor afwijkend gebruik. Ook de huisvesting van arbeidsmigranten.

 

De eigenaar van een woning in Ens (gemeente Noordoostpolder) wil zijn woning voor een periode van tien jaar gebruiken voor de huisvesting van zes arbeidsmigranten. Het college van burgemeester en wethouders heeft dat gebruik in strijd met het bestemmingsplan geacht, maar op grond van de zogenoemde kruimelgevallenregeling een tijdelijke omgevingsvergunning voor afwijkend gebruik verleend.

De buurman heeft bezwaren tegen deze vergunning, omdat hij vreest voor overlast. Hij maakt bezwaar, gaat in beroep en vervolgens in hoger beroep.

Zijn hoger beroep wordt in de hier besproken uitspraak gegrond verklaard, maar hij koopt er niets voor. De Afdeling komt namelijk tot de conclusie dat het college niet bevoegd was om een omgevingsvergunning voor planologisch afwijkend gebruik te verlenen, omdat het gebruik van de woning voor de huisvesting van zes arbeidsmigranten op grond van het bestemmingsplan rechtstreeks is toegestaan.

Het begrip ‘wonen’ is in het bestemmingsplan niet gedefinieerd. Onder verwijzing naar een eerdere uitspraak van 6 juni 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1882) heeft de Afdeling overwogen dat, aansluiting gezocht moet worden bij wat naar algemeen spraakgebruik onder “wonen” moet worden verstaan. Dat zijn diverse uiteenlopende vormen van huisvesting, waaronder de huisvesting van buitenlandse werknemers die niet tot het huishouden van de verhuurder behoren.

Deze uitspraak laat nog eens zien dat een goede definitie van ‘wonen’ in het bestemmingsplan van belang is voor de bepaling van het toegestane gebruik. Dat bleek overigens al vaker. Naast de door de Afdeling genoemde uitspraak van 6 juni 2018, ook over arbeidsmigranten, heeft de Afdeling in een uitspraak van 16 november 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:3046) meer in zijn algemeenheid overwogen dat, als het volgens de bestemming is toegestaan om te "wonen" en dat begrip "wonen" in het bestemmingsplan niet is gedefinieerd, ervan mag worden uitgegaan dat diverse woonvormen, waaronder de verhuur van kamers aan individuele huurders, zijn toegestaan.

ABRvS 22 juli 2020, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RVS:2020:1739

Door Ad Schreijenberg

"

Actualiteiten overzicht