Nieuwsbrief voor overheden

Een Belgische bio-boer komt daar tegen op, stellend dat hij ten onrechte niet in staat is gesteld om (een deel van) de gronden te kopen. Het verweer van de Belgische overheid is dat deze boer niet in staat was om deze 450 ha. in één keer te kopen. Er bestond het risico dat bepaalde percelen onverkoopbaar zouden blijken, aldus de Belgische overheid. 

Het hof van beroep te Gent oordeelt in een arrest d.d. 8 november 2022 dat het risico dat bepaalde percelen niet verkocht zouden kunnen worden, een loutere aanname was die niet op concrete en objectieve wijze is onderbouwd. De verkoop van de 450 ha. als één partij, vormt een aanwijzing dat de inschrijvingsprocedure niet concurrerend was. Het gaat immers niet om 1 perceel, maar 79 afzonderlijke percelen die niet aaneengesloten waren en die niet samen één geheel vormden op grond van economische of andere relevante marktconforme criteria, eigen aan de percelen zelf. Op het ogenblik van de transactie werden de percelen door een 40-tal verschillende pachters gepacht en gebruikt, waardoor de percelen evenmin vanuit dit opzicht als één geheel konden worden aangemerkt. De omstandigheid dat de percelen zich in elkaars nabijheid bevonden is, geen reden om anders te oordelen. Voor een concurrerende verkoop was het dus vereist dat de 450 ha. in verschillende gedeelten zouden (kunnen) worden opgesplitst. 

Mede omdat de verkoop niet concurrerend is geschied, oordeelt het hof van beroep dat sprake is van verlening van staatssteun. Immers, er is door deze ondeugdelijke verkoopprocedure een niet-marktconform voordeel gegund aan de vermogende Belg. Daardoor kan de mededinging zijn vervalst en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloed, zo werd mede geoordeeld op basis van een advies van de Europese Commissie. De overeenkomst is daarom nietig vanwege strijd met het Europese verbod van verlening van staatssteun.

Deze uitspraak is niet alleen vermeldenswaardig vanwege het feit dat het gaat om een grote vastgoedtransactie in Zeeuws-Vlaanderen, maar ook vanwege het staatssteunaspect. Dit is immers Europees recht, dat ook van toepassing is in Nederland. Verder is ook naar Nederlands intern recht relevant dat het object van verkoop bepaald dient te worden op grond van objectieve factoren; in dit geval ligt de gedachte voor de hand dat de omvang van het project zodanig groot werd gemaakt, 450 ha. dat er slechts één gegadigde overbleef, teneinde op die manier andere partijen buiten spel te zetten. Dat is echter niet toegestaan. 

Hof van beroep Gent, 8 november 2022, https://www.tribunaux-rechtbanken.be/sites/default/files/media/hbca/gent/files/geanonimiseerd-uittreksel-arrest-vijfde-kamer-hof-van-beroep-gent-dd-08.11.2022.docx

Door Rikkert Hoekstra

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team