Nieuwsbrief voor overheden

Artikel 2:44 lid 1 van de APV van de gemeente Goirle bepaalt dat het verboden is om op een openbare plaats inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben. Het college van B&W van Goirle heeft op grond van dit artikel op 8 november 2020 een last onder dwangsom opgelegd aan iemand die zich, voorzien van afgeknipte kabels, afgeknipt lood, een kniptang, een schroevendraaier en een zaklamp, in een slooppand bevond. Toen dezelfde persoon op 8 februari 2022 weer met koper, lood en twee kniptangen is aangetroffen heeft het college een dwangsom ingevorderd.

De rechtbank oordeelde in beroep dat de appellant door de politie is aangetroffen op een terrein dat geen openbare plaats was en dat uit het proces-verbaal van de politie niet controleerbaar is vast te stellen dat hij zich met de aangetroffen gereedschappen op een openbare plaats heeft bevonden.

In het hoger beroep van het college verwerpt de Afdeling dit oordeel.

Daarbij wijst de Afdeling er eerst op dat bij de beoordeling of werktuigen kunnen worden aangemerkt als inbrekerswerktuigen de omstandigheden van het geval van belang zijn, waaronder de tijd en plaats waar de werktuigen zijn aangetroffen (ABRvS 10 april 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1476). Uit het proces-verbaal blijkt dat de werktuigen rond half 4 ’s nachts bij de man zijn aangetroffen terwijl hij zich in een slooppand bevond. Er wordt vaker in slooppanden ingebroken en de afgeknipte stukken lood en koper lagen op de grond. Daarom zijn de kniptang, schroevendraaier en zaklamp volgens de Afdeling terecht als inbrekerswerktuigen gekwalificeerd.

De Afdeling heeft ten slotte overwogen dat het college ook aannemelijk heeft gemaakt dat de man deze inbrekerswerktuigen over de openbare weg heeft vervoerd. Daaruit leidt de Afdeling kennelijk af dat de man zich met de inbrekerswerktuigen op een openbare plaats heeft bevonden, zonder dat dat is vastgesteld.

Het is m.i. een vrij vergaand oordeel. Overigens net als het oordeel van de Afdeling in de zaak die leidde tot een uitspraak van 25 september 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:3274). In die uitspraak heeft de Afdeling overwogen dat onder ‘openbare plaats’ ook de weg als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub b van de Wegenverkeerswet moest worden begrepen en dat het aantreffen van inbrekerswerktuigen in een bestelbusje dus ook een overtreding van het APV-artikel opleverde.

Vanavond rijd ik, voorzien van een schroevendraaier en een zaklamp, richting de kust om mijn strandhuisje af te breken. Het is immers het einde van het seizoen. Ik ben er niet gerust op.

ABRvS 9 oktober 2024, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RVS:2024:4085.

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team