Nieuwsbrief voor overheden

In een uitspraak van het hof Den Bosch d.d. 13 december 2022 gaat het om een strook grond, gelegen tussen de openbare weg van de gemeente Boxmeer enerzijds en een perceel van een woningeigenaar. De woningeigenaar heeft als afscheiding met de openbare weg voor deze strook grond een laag, opengewerkt hekwerk geplaatst met daarin een voor iedereen te openen poort. 

Het hof overweegt, net als eerder de rechtbank, dat het enkel plaatsen van een dergelijk hekwerk niet kan worden aangemerkt als het uitoefenen van feitelijke macht over de strook grond achter het hekwerk, met de pretentie om van die strook grond rechthebbende te zijn. Dat betekent dat er geen sprake was van een bezitssituatie en dus ook dat het recht van eigendom van de gemeente van die strook grond niet is verjaard. 

Om te beginnen is van belang dat het hekwerk door een ieder geopend kan worden: de meeste hekwerken die bij de openbare weg worden geplaatst, hebben een poort of hek die door een ieder geopend kan worden opdat men toegang kan verkrijgen tot de achter gelegen woning. Ook is voor het oordeel van belang dat het hekwerk laag is. Men kan er makkelijk over heen kan stappen. Een laag hekwerk is daarom niet voldoende om de werkelijke eigenaar van een strook grond buiten te sluiten. Dat is het vereiste waaraan een daad van inbezitneming moet voldoen. 

Deze uitspraak maakt helder dat aan een daad van inbezitneming waardoor de grond van een ander in bezit wordt genomen, tamelijk hoge eisen worden gesteld. Niet elk hekwerk drukt een pretentie van eigendom uit. 

Hof Den Bosch 13 december 2022, www.rechtspraak.nl; ECLI:NL:GHSHE:2022:4484  

Door Rikkert Hoekstra

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team