Nieuwsbrief voor overheden

Tak valt van een boom op een geparkeerde auto. Is de gemeente daarvoor aansprakelijk? Nee, onvoldoende gesteld ten aanzien van de aan de gemeente verweten schending van de zorgplicht.

Bij stormachtige wind valt op 3 augustus 2017 een zware tak van een esdoorn op een Alfa Romeo. De auto was total loss. De boom was in juni 2015 voor het laatst geïnspecteerd door een boomdeskundige, toen er ook enige snoeiwerkzaamheden aan de gemeentebomen in de betreffende straat hadden plaatsgevonden. De boomcontroleur, de snoeier en de opzichter hadden het risico niet gezien. De bevinding was toen dat de conditie van de boom voldoende was en dat er geen signalen waren dat de boom vaker gecontroleerd moest worden. De gemeente Hilversum had de tak binnen een dag opgeruimd, waarmee het bewijs verdwenen was, maar er waren wel foto’s gemaakt. De auto eigenaar beweert een duidelijk kleurverschil van houtsoort te zien, hetgeen op rotting zou duiden. Een door de autoverzekering ingeschakelde deskundige heeft concludeerde dat de boom in goede staat verkeert, maar dat de aanhechting van de afgebroken tak niet optimaal was. Er zou sprake zijn van een ‘plakoksel’. De slechte aanhechting was volgens hem al langer zichtbaar en daarom had de boom tijdens de laatste controle als attentieboom, maar nog liever als risicoboom bestempeld moeten worden.

Was de gemeente Hilversum een zorgvuldig handelend eigenaar van deze boom of niet?

De kantonrechter wijst echter de schadevordering af en het hof Arnhem-Leeuwarden bevestigt dit vonnis. Overwogen wordt dat het enkele feit dat tijdens harde wind de tak van de boom is afgebroken, welke tak toen vol in blad zat, geen onrechtmatig nalaten van de gemeente impliceert. Ook de omstandigheid dat de boom kort na het ongeval samen met een aantal andere bomen in de directe omgeving is gekapt, is daar geen bewijs voor. Het gaat om een schending van de zorgplicht. Niet enkel de mogelijkheid van schade als gevolg van het achterwege laten van onderhoudsmaatregelen levert een onrechtmatige daad op.

Volgens de door de verzekering ingeschakelde boomdeskundige groeit bij een plakoksel de tak zo dicht tegen de stam van de boom aan, dat deze met de schors aan elkaar vergroeid lijken te zijn, terwijl er in werkelijkheid geen verbinding ontstaat. De aanhechting van de tak aan de boom is zwak. De gemeente heeft echter gemotiveerd betwist dat het plakoksel zichtbaar was.

Het hof overweegt dat, ook indien het plakoksel voldoende zichtbaar was, daarmee nog niet voldoende duidelijk was dat de gemeente het gevaar had moeten voorkomen. Immers, vast staat dat de boom vitaal en gezond was. Volgens de deskundige scheuren plakoksels nooit uit als de tak 1 jaar is, gebeurt het soms na 10 jaar, soms na 100 jaar of helemaal niet. Niet duidelijk is gemaakt, oordeelt het hof, aan de hand van welke concrete feiten en omstandigheden de gemeente deze bewuste tak met het plakoksel als een voldoende voorzienbaar risico had moeten onderkennen. Ook gaat het hof niet mee in de stelling dat de gemeente de boom vaker had moeten controleren. Het kleurverschil waaruit de verrotting zou blijken aan het binnenste van de tak, was dus van de buitenkant niet te zien, zodat de gemeente geen maatregelen had kunnen nemen.

Kortom, de gemeente is voor afbrekende takken enkel aansprakelijk indien de gemeente het risico van afbreken had kunnen onderkennen, maar dat was niet het geval.

Hof Arnhem-Leeuwarden 15 september 2020, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHARL:2020:7249

Door Rikkert Hoekstra

"

Actualiteiten overzicht