Blog

De rechtsmiddelen van bezwaar en beroep staan open voor diegene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Met een besluit wordt gelijkgesteld een andere handeling waarbij een ambtenaar belanghebbende is. Ook andere personen dan die ambtenaar kunnen tegen zo’n andere handeling dan bezwaar en beroep instellen, mits zij belanghebbende zijn. Op 23 oktober jl. deed de Centrale Raad uitspraak in het hoger beroep van iemand van wie de partner naast een ambtenaar van de politie heeft gewoond. De appellant en zijn partner beschuldigden deze ambtenaar van misdrijven, overtredingen en andere gedragingen jegens hen. Appellant heeft de korpschef verzocht om een extern disciplinair onderzoek naar de ambtenaar te verrichten, betrokkene tijdens dit onderzoek te schorsen en hem na afloop van het onderzoek onvoorwaardelijk ontslag te verlenen. De korpschef heeft deze verzoeken afgewezen. De betrokken politieambtenaar is belanghebbende bij deze beslissing, maar geldt dat ook voor de indiener van de verzoeken?

De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen belanghebbende is, en dus niet-ontvankelijk in zijn bezwaren tegen de weigering van de korpschef om een disciplinair onderzoek te starten tegen zijn ambtenaar. Het belang van appellant is immers niet rechtstreeks betrokken bij een beslissing die de rechtspositie van de ambtenaar aangaat. In lagere rechtspraak is dit eerder aan de orde geweest. Zo heeft de rechtbank Rotterdam op 21 februari 2001 (LJN: AB1605) in een vergelijkbare situatie overwogen dat met de omschrijving van een belanghebbende als degene wiens belangen rechtstreeks bij een besluit zijn betrokken, een zekere begrenzing is beoogd. Een louter subjectief gevoel van sterke betrokkenheid was, hoe sterk dat gevoel ook is, volgens de rechtbank onvoldoende om te kunnen spreken van een rechtstreeks betrokken belang in de zin van de Awb.

En wat als iemand informatie opvraagt uit documenten in het kader van het disciplinaire traject van een ambtenaar?

Zoals bekend stelt de Wet openbaarheid van bestuur niet de eis dat de indiener van een Wob-verzoek belanghebbende is. Betekent dit dan dat zo iemand openbaarmaking kan vragen van een disciplinair besluit? Daar heeft de Afdeling zich al over uitgesproken in zijn uitspraak van 28 april 2010 (nr. 200906961/1). In die zaak is door zowel de rechtbank als de Afdeling geoordeeld dat de vermelding van de specifieke feiten en omstandigheden die aanleiding zijn geweest voor het opleggen van een disciplinaire straf of maatregel wegens plichtsver­zuim kan leiden tot het achterhalen van de identiteit van de betrokken ambtenaar. Om die reden woog het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betreffende ambtenaar zwaarder dan het belang van openbaarheid. De Afdeling overwoog daarbij uitdrukkelijk dat de openbaarmaking van de identiteit van de betrokken ambtenaar kan leiden tot persoonlijke schade, die moet worden voorkomen.

CRvB 23 oktober 2014, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:CRVB:2014:3447

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team