Blog

De gemeente Dordrecht gaat over tot heruitgifte van een erfpachtperceel.

De erfpachter accepteert een voorstel van de gemeente, maar onder protest en onder voorbehoud van alle rechten en weren. Dit, omdat de erfpachter zich voor het blok gesteld voelde. De rechtbank oordeelt naar aanleiding hiervan dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen en dat de rechtbank de bepalingen van de erfpachtuitgifte mag toetsen.

In artikel 5:99 BW is kort gezegd bepaald dat de eigenaar bij het einde van de erfpacht een vergoeding moet betalen voor woningen, indien deze door de erfpachter zijn gerealiseerd. Op kosten van de erfpachter gebouwde bedrijfsopstallen hoeven door de eigenaar niet te worden vergoed!

Is een bedrijfswoning ook een woning, of is een dergelijke dienstwoning onderdeel van bedrijfsbebouwing op een bedrijventerrein? Zo ja, is een vergoeding verplicht; zo nee, behoeft geen vergoeding te worden betaald.

De rechtbank oordeelt dat een bedrijfswoning ook een woning is, zodat een deel van het perceel bestemd is voor woningbouw. Dat op basis van het bestemmingsplan ter plaatse ook bedrijfsopstallen zouden kunnen worden gebouwd, maakt dat niet anders.

Het is toegestaan om de vergoedingsplicht bij het einde van de erfpacht uit te sluiten voor bedrijfsgebouwen.Voor de erfpachter is dat zonde van zijn investering. Het is wel waar, zoals door de erfpachter aangevoerd, dat verplaatsing van bedrijven kostbaar is, maar dat is niet het gevolg van het uitsluiten van de vergoeding, maar van het voorzienbare eindigen van het erfpachtrecht. Dat wordt voor bepaalde tijd gevestigd.

Rb Rotterdam 5 november 2014, www.rechtspraak.nl; ECLI:NL:RBROT:2014:9045

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team