Blog

De gemeente Rotterdam en het Boskalis-concern sluiten een overeenkomst, waarbij Boskalis een grondpositie in een plangebied verkocht, het civielrechtelijke recht verkreeg om in een gebied zand te winnen en waarbij zij zich verplichtte inrichtingswerken uit te voeren tot een bedrag van hfl. 26,5 miljoen ‘vrij op naam’.

Wat is de betekenis van dit beding ‘vrij op naam’? Als het een bedrag exclusief BTW is, dan heeft Boskalis niets te vorderen. Als het gaat om een bedrag inclusief BTW, dan heeft Boskalis een vordering terzake van meerwerk.

De rechtbank overweegt dat de overeenkomst schriftelijk is vastgelegd en is aangegaan door gelijkwaardige, professionele, partijen. De taalkundige betekenis van de bewoordingen is daarbij van groot belang.

De rechtbank stelt vast dat de woorden ‘vrij op naam’ niet eenduidig zijn.

Tussen partijen staat vast dat de waarde van de inrichtingswerken indertijd is geraamd op een bedrag van hfl. 26,5 miljoen, exclusief BTW. Dat bedrag is in de onderhandelingen niet gewijzigd. Bij het sluiten van de overeenkomst was het nog onzeker of over het bedrag BTW danwel overdrachtsbelasting zou worden geheven.

Boskalis stelt dat dit voor haar de reden was om de in een eerste concept gebruikte woorden ‘exclusief BTW’ te vervangen door ‘vrij op naam’. Daarmee zou dan het BTW-risico bij de gemeente zijn gelegd; Boskalis stelde overigens niet dat zich daadwerkelijk een dergelijk BTW-risico in dit geval voordeed.

De rechtbank overweegt dat de term ‘vrij op naam’ bij koop van onroerend goed doorgaans de geruststellende betekenis heeft dat alle kosten, met name de overdrachtsbelasting, voor rekening van de verkoper komen. De term kan dus ook in het nadeel van Boskalis worden uitgelegd.

De enkele omstandigheid dat de gemeente heeft ingestemd met het vervangen van ‘exclusief BTW’ door ‘vrij op naam’, betekent niet, althans niet automatisch, dat de gemeente de bedoeling van Boskalis in redelijkheid had moeten begrijpen.

Aangezien Boskalis het voorstel deed om ‘exclusief BTW’ te vervangen door ‘vrij op naam’, had het op haar weg gelegen om haar bedoeling (inclusief BTW, in plaats van exclusief BTW) duidelijk te verwoorden. Dat heeft zij niet gedaan, want in plaats daarvan heeft zij een voor deze zaak onduidelijk begrip gehanteerd. Daarom dient de onduidelijkheid in beginsel in haar nadeel te worden uitgelegd. Boskalis heeft verder niet uitgelegd dat en wanneer de gemeente van de door Boskalis voorgestane uitleg op de hoogte zou zijn gesteld en wanneer de gemeente daarmee zou hebben ingestemd.

De rechtbank concludeert dan ook dat het bedrag van hfl. 26,5 miljoen vrij op naam moet worden aangemerkt als inclusief BTW, zodat Boskalis geen meerwerkvordering had.

Dit vonnis van de rechtbank Rotterdam illustreert fraai op welke wijze de burgerlijke rechter contracten uitlegt. Het is daarbij van belang wie in onderhandelingen op welke wijze zijn bedoeling aan de wederpartij heeft kenbaar gemaakt. Slechts kenbare bedoelingen zijn van belang; de rechtbank overweegt bijvoorbeeld dat een verklaring van een directeur van Boskalis niet veel meer omvat dan dat Boskalis tijdens de onderhandelingen de door haar beoogde uitleg bedoelde en dat de gemeente daarvan op de hoogte was en daarmee zou hebben ingestemd, maar de rechtbank constateert dat in deze verklaring niet is vastgelegd door wie, wanneer, waar, waarom, en waarover hieromtrent met de gemeente is gesproken. Een dergelijke toelichtende verklaring is dus onvoldoende.

Rechtbank Rotterdam 3 december 2014, www.rechtspraak.nl:ECLI:NL:RBROT:2014:10681

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team