Nieuwsbrief voor overheden

Het college van B&W van Purmerend weigeren om een omgevingsvergunning te verlenen voor van het bestemmingsplan afwijkend gebruik van een parkeerterrein. Daaraan voorafgaand had de ontwikkelaar geweigerd om met het college een overeenkomst aan te gaan, omdat het college een financiële bijdrage had verlangd in de zin van art. 6.24 Wro. 

De gemeente wees erop dat in de legesverordening was bepaald dat het verhaal van kosten van het gemeentelijk apparaat bij complexe aanvragen plaatsvindt op basis van een overeenkomst. Dit was mede basis voor het verlangen van een bijdrage aan en ruimtelijke ontwikkeling ex art. 6.24 Wro. Daarop rijst de vraag: mocht de gemeente de omgevingsvergunning weigeren vanwege het niet-willen aangaan van een anterieure overeenkomst? 

Bij uitspraak d.d. 29 maart 2023 oordeelt de Afdeling in het voordeel van de ontwikkelaar. Immers, betaalplanologie is dan wel verboden, maar op grond van art. 6.24 Wro kan wel een financiële bijdrage worden gevraagd aan een ruimtelijke ontwikkeling. Dit, op basis van een vastgestelde structuurvisie. In zo’n visie dient een ruimtelijke afweging te worden gemaakt: aan een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling kleeft een zeker nadeel. Dit nadeel kan weliswaar worden opgeheven, maar dat kost geld. Daarom kan de afweging worden gemaakt dat, indien een financiële bijdrage wordt voldaan, aan de bedoelde ontwikkeling planologische medewerking kan worden verleend. 

De door het college gevraagde financiële bijdrage had echter naar het oordeel van de Afdeling niet het doel om een nadelige ruimtelijke ontwikkeling te compenseren, maar slechts om de kosten te dekken van het gemeentelijk apparaat. Gemeentelijke kosten moeten echter worden bestreden uit de algemene middelen, die slechts mogen worden gevuld met belastingmiddelen. Belasting dient te worden geheven uit kracht van de wet, en niet op basis van een overeenkomst. Dat verandert niet indien in de legesverordening c.q. belastingverordening is opgenomen dat er een overeenkomst moet worden gesloten: een overeenkomst is niet een geschikt middel om belasting te heffen. 

In elk geval is een financiële bijdrage voor de kosten van het ambtelijk apparaat niet een bijdrage aan een ruimtelijke ontwikkeling. 

Raad van State, 29 maart 2023, www.rechtspraak.nl; ECLI:NL:RVS:2023:1239 

Door Rikkert Hoekstra

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team