Nieuwsbrief voor overheden

De belangrijkste vraag die aan Widdershoven werd voorgelegd is of er reden is om in bezwaar en beroep in bepaalde gevallen minder strikt te zijn dan nu het geval is met het de hand houden aan de indieningstermijnen.

Widdershoven doet in zijn conclusie samengevat de volgende suggesties:
•    Termijnoverschrijdingen niet meer ambtshalve afstraffen.
•    De mogelijkheid van het pro forma instellen van een rechtsmiddel vermelden in de rechtsmiddelenclausule.
•    Een beperkte termijnoverschrijding van minder dan één week altijd verschoonbaar voor individuele burgers en kleine bedrijven.
•    Een beroep op verschoonbaarheid wegens ziekte en andere ernstige persoonlijke problematiek niet afwijzen om redenen dat geen gemachtigde is ingeschakeld of geen pro forma rechtsmiddel is ingesteld.
•    Overbelasting of stress als gevolg van externe gebeurtenissen, moeten reden kunnen zijn voor een verschoonbare termijnoverschrijding.
•    Ernstige ziekte van een gemachtigde (al dan niet van een klein kantoor) of andere ingrijpende gebeurtenissen op een laat moment in de procedure, moeten vaker grond voor verschoonbaarheid zijn.
•    Belanghebbenden die geen rechtsmiddel hebben ingesteld, omdat zij niet bekend waren of konden zijn met het besluit zou alsnog een termijn van zes weken voor het instellen van een rechtsmiddel moeten worden gegund, vanaf het moment dat ze van het besluit hebben kunnen kennisnemen.
•    Een bestuursorgaan is verplicht om een te laat gemaakt bezwaar ambtshalve op te vatten als een verzoek tot heroverweging van het daardoor in rechte onaantastbaar geworden besluit. Dat verzoek tot heroverweging moet worden afgewezen als de belangen van derden zich tegen honorering verzetten, maar kan (= dus een bevoegdheid) in andere gevallen worden toegewezen als dat geboden is.

De zaken worden bij het CBb behandeld door een zogenoemde grote kamer. Dat betekent dat ook leden van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Centrale Raad van Beroep daarin zitting hebben en dat de te verwachten uitspraken in deze zaken, waarin de conclusie van Widdershoven zal worden meegenomen, relevant zullen zijn voor de koers die alle hoogste bestuursrechtcolleges zullen gaan varen.

CBb 7 september 2023, www.rechtspraak.nl; ECLI:NL:CBB:2023:476

Door Ad Schreijenberg

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team