Nieuwsbrief voor overheden

De gemeente Beekdaelen is eigenaar en beheerder van een openbare weg. In 1970 bestraat de gemeente een strook grond gelegen aan de voorzijde van een woning van ongeveer 1.30  meter breed en 15 meter lang. Deze bestrate strook grond is echter geen eigendom van de gemeente, maar van de woningeigenaar. In 2018 zijn er bloembakken geplaatst op de strook grond. Vervolgens wil de gemeente de strook grond weer bestraten teneinde gedeeltelijk op de strook grond 2 parkeerplekken te realiseren.

De woningeigenaar verzet zich daar tegen, stellend dat hij eigenaar is. De rechtbank wijst de vorderingen van de gemeente af, maar de gemeente gaat in hoger beroep.

Het hof overweegt dat de bestrating geen vorm van inbezitneming is. Immers, ook de woningeigenaar kon de strook grond gewoon betreden; het gebruik van de grond is de eigenaar niet ontzegd. Dat ook anderen de grond zijn gaan gebruiken, heeft zijn bezit niet tenietgedaan. Zijn eigendom is dus niet verjaard.

Iets anders is dat de strook grond wel onderdeel is geworden van de openbare weg, want de strook grond was onderdeel van het trottoir langs de rijbaan. Immers, vanaf 1970 tot 2018 kon iedereen op de strook grond lopen, dus was de strook grond een openbaar voetpad geworden.

De woningeigenaar had weliswaar gesteld dat zijn rechtsvoorganger plantenbakken op de strook had geplaatst om helder te maken dat de strook niet openbaar was, maar hij heeft niet toegelicht hoe groot die bakken waren, hoeveel bakken er hebben gestaan en hoe lang. Uit eventueel geplaatste plantenbakken blijkt ook nog niet zonder meer dat de strook grond slechts toegankelijk was omdat dit door de eigenaar werd gedoogd; voor dat doel kunnen bijv. bordjes met het opschrift ‘eigen weg’ worden geplaatst. Dat zou eventueel aan het openbaar worden in de weg hebben gestaan.

Op grond van artikel 14 van de Wegenwet dient de eigenaar de uitvoering van alle werken tot onderhoud of verbetering van de weg te gedogen. Parkeerplaatsen zijn onderdeel van de openbare weg. Daarom wordt de vordering van de gemeente toegewezen om de parkeerplaatsen aan te mogen leggen.

Verder overweegt het hof nog dat de vordering dat de eigenaar de aanleg van de parkeerplaatsen moet gedogen, een ‘gewone’ civiele vordering is; het gaat niet om een bestuursrechtelijke kwestie. Verder heeft de eigenaar onvoldoende gemotiveerd betwist dat het realiseren van parkeerplekken voor zijn woning nodig is om te kunnen voldoen aan een ter plekke geldende parkeernorm. Dit is een wat betreft de aspecten ‘inbezitneming en verjaring’ en ‘openbaarheid’ instructieve uitspraak.

Hof Den Bosch, 28 juni 2022, www.rechtspraak.nl; ECLI:NL:GHSHE:2022:2093

Door: Rikkert Hoekstra

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team