Nieuwsbrief voor overheden

De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) bestaat sinds 2003. De Wet Bibob is daarna op 1 augustus 2020 gewijzigd (eerste tranche). De meest recente wijziging van de Wet Bibob is van 1 oktober 2022 (de tweede tranche).

Het doel van de Wet Bibob is het voorkomen dat de overheid door middel van vergunning- of subsidieverlening, het sluiten van vastgoedtransacties of het gunnen van overheidsopdrachten ongewild criminele activiteiten faciliteert. Sectoren en branches waar de Wet Bibob wordt ingezet zijn o.a. de vastgoedpraktijk, weg- en waterbouw, milieu en afval.

Een Bibob-onderzoek wordt geïnitieerd indien er indicaties zijn dat mogelijk sprake is van ‘ernstig gevaar’ in de zin van de Wet Bibob. Dat betekent dat er aanwijzingen zijn dat bijvoorbeeld een vastgoedtransactie of vergunning zou kunnen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen op geld waardeerbare voordelen te benutten (de zogenaamde ‘a-grond’) of om strafbare feiten te plegen (de zogenaamde ‘b-grond’)

Het bestuursorgaan dient altijd eerst eigen Bibob-onderzoek te verrichten door de vergunningaanvrager te bevragen door toezending van het Bibob-formulier, maar ook het raadplegen van open (zoals negatieve mediaberichten) en gesloten (zoals politiële en justitiële gegevens) bronnen. Na afloop van het Bibob-onderzoek dient het bestuursorgaan een standpunt in te nemen over de vraag of er ‘ernstig gevaar’ te duchten is. Indien het antwoord bevestigend luidt, kan dit verstrekkende gevolgen hebben. Een aangevraagde vergunning kan worden geweigerd of aan een bestaande vergunning kunnen nadere voorschriften worden verbonden. Indien geen ernstig gevaar wordt aangenomen, is het Bibob-onderzoek klaar. Dan is er nog een derde smaak: indien er onvoldoende inzicht is verkregen in de mate van gevaar, kan het bestuursorgaan opschalen door inschakeling van het Landelijk Bureau Bibob (LBB).

Het leidt dus geen twijfel dat een Bibob-onderzoek een ingrijpend karakter heeft. Toch liepen bestuursorganen tegen beperkingen aan bij de toepassing van de Wet Bibob in de praktijk.

Wetswijziging 1 augustus 2020 (eerste tranche)

Dat is de aanleiding geweest voor de voorlaatste wetswijziging van 1 augustus 2020. De belangrijkste doorgevoerde wijziging was het kunnen verbinden van voorschriften aan een vergunning bij ‘ernstig gevaar’. Dit kan een bestuursorgaan doen indien weigering of intrekking niet proportioneel is. Vergunningvoorschriften mogen verder worden gewijzigd, aangevuld of ingetrokken. Voorschriften kunnen ook aan een reeds verleende vergunning worden verbonden. Indien de voorschriften niet worden nageleefd, kan de vergunning alsnog worden ingetrokken.

Wetswijziging 1 oktober 2022 (tweede tranche)

Met de wijzigingswet van 1 oktober 2022 leidt tot een uitbreiding van de reikwijdte van de Wet Bibob, bijvoorbeeld op het gebied van vastgoedtransacties en aanbestedingen. Verder zijn de onderzoeksmogelijkheden en de bevoegdheden tot informatiedeling van bestuursorganen verder verruimd. Er kan nu meer informatie worden gedeeld tussen het LBB en overheden en tussen overheden onderling. Verder is voorzien in een tipfunctie tussen overheden onderling en overheden kunnen via het nieuwe Bibob-register bij het LBB navragen of eerder een gevaar is gesignaleerd over personen die betrokken zijn bij een vergunning, subsidie, overheidsopdracht of vastgoedtransactie. Overheden hebben zelf ook toegang tot dit register om hun gevaarsconclusies te registreren.

Bekijk de Factsheet 'De gewijzigde Wet Bibob per 1 oktober 2022' van Justis voor een overzicht van alle wijzigingen als gevolg van de wetswijziging van 1 oktober 2022: https://www.justis.nl/producten/wet-bibob/wijziging-wet-bibob-per-1-oktober-2022

Door: Kaoutar Azghay

Actualiteiten overzicht

Maak kennis met onze specialisten

Bekijk ons team