Blog
In de vorige bijdrage in deze blogreeks over veiligheid op de werkvloer bespraken we het belang van een vertrouwenspersoon voor sociale veiligheid. In dit blog gaan we in op een uitspraak waarin een werkgever zijn zorgplicht schond door onvoldoende rekening te houden met de taalachtergrond van een werknemer.
De uitspraak: een ongeval door gebrek aan duidelijke instructies
De zaak draait om een uitzendkracht die gewond raakte tijdens zijn werkzaamheden in een slachterij. Hij assisteerde een vrachtwagenchauffeur bij het aanleggen van een laaddock en gaf aanwijzingen door te ‘waven’. De chauffeur is naar achteren gereden en op dat moment raakte de linkerarm van de werknemer bekneld tussen de vrachtwagen en de deurpost van de laad- en losruimte. De werknemer hield hier blijvende zenuwschade en pijnklachten aan over.
De werknemer sprak geen Nederlands en ontving mondelinge instructies door middel van zeer eenvoudig taalgebruik, oftewel in ‘Jip en Janneke taal’. De werknemer stelde zowel de slachterij (materiele werkgever) en het uitzendbureau (formele werkgever) aansprakelijk, omdat zij geen aanvullende maatregelen hadden getroffen, zoals visuele instructies of vertalingen in de taal die de werknemer beheerste. De slachterij en het uitzendbureau wezen de aansprakelijkheid af. De slachterij stelde dat de instructies meerdere keren mondeling waren uitgelegd en voorgedaan, en dat gecontroleerd is of deze instructies zijn begrepen. Toch oordeelde de rechter dat dit onvoldoende was en overweeg hij als volgt:
“In de situatie die zij heeft beschreven, ligt het voor de hand om bijvoorbeeld met beeldtaal en pictogrammen te werken, schriftelijke instructies in het Arabisch te verstrekken en de mondelinge instructies met een tolk uit te leggen en/of voor te doen en tot slot inderdaad te toetsten of de werknemers de instructie begrepen hebben en de toepassing ervan te controleren. Door taalbarrières kunnen makkelijk misverstanden en ongevallen ontstaan en beelden zijn een goed middel om een boodschap over te brengen en de werknemers attent te maken dat op een bepaalde plek oplettendheid en voorzichtigheid wordt verwacht. Met een pictogram op de laaddocks die duidelijk maakt dat men bij het aanleggen niet op de betreffende dock moet staan om te ‘waven’ was de kans op een ongeval als hier aan de orde op een eenvoudige manier verkleind.”
Kortom, zonder visuele hulpmiddelen of schriftelijke instructies in de moedertaal was niet gewaarborgd dat de werknemer begreep waar oplettendheid en voorzichtigheid was geboden. De rechter oordeelde dat met (het geven van) deze instructies de werkgever niet voldeed aan zijn zorgplicht van artikel 7:658 BW. De rechter verklaarde de slachterij, het uitzendbureau, de horecaleverancier (eigenaar van de vrachtwagen) en diens verzekeraar hoofdelijk aansprakelijk voor de door de werknemer geleden schade.
De juridische kern: zorgplicht gaat ver
Artikel 7:658 BW verplicht werkgevers om alle redelijke maatregelen te nemen die nodig zijn om schade aan werknemers te voorkomen. De zorgplicht omvat niet alleen het onderhouden en inrichten van een veilige werkomgeving, maar ook het geven van duidelijke instructies, inlichtingen en trainingen. Wat redelijkerwijs van de werkgever wordt verwacht, hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval. In de uitspraak werden onder andere de volgende factoren meegewogen:
- aard van de werkzaamheden;
- de kenbaarheid van het gevaar;
- de kans op verwezenlijking daarvan en de ernst van de gevolgen;
- de mate van bezwaarlijke van de te nemen veiligheidsmaatregelen.
Wat betekent dit voor werkgevers?
De uitspraak laat zien dat werkgevers niet alleen verantwoordelijk zijn voor fysieke veiligheidsmaatregelen, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen en een veilige werkplek, maar ook voor de manier waarop veiligheidsinstructies worden overgebracht. Meer in het bijzonder maakt de uitspraak inzichtelijk wat van werkgevers wordt verlangd ten aanzien van werknemers met een taalbarrière. Een gestandaardiseerde Nederlandse veiligheidsaanpak volstaat niet als de werknemer de Nederlandse taal niet (voldoende) beheerst. De zorgplicht vereist dus maatwerk, zeker bij risicovolle taken zoals werken met voertuigen en machines.
Concreet kunnen werkgevers de volgende hulpmiddelen of maatregelen toepassen:
- Gebruikmaking van beeldmateriaal (zoals pictogrammen): het plaatsen van een symbool dat aangeeft ‘niet staan tijdens het aanleggen’ kan de risico’s direct duidelijk maken, ongeacht de moedertaal van de werknemer.
- Instructies geven in de moedertaal of een andere begrijpelijke taal: het geven van schriftelijke instructies in de moedertaal van de werknemer of het geven van mondelinge instructies via een tolk kan misverstanden voorkomen of beperken.
- Demonstreren van een werkwijze: het fysiek voordoen van een specifieke werkwijze of handeling maakt een instructie begrijpelijker en verkleint de kans op opgevallen.
- Actief controleren op begrip: in plaats van de werknemer alleen te vragen of de instructie duidelijk was, kan de werkgever testen of de werknemer de taak daadwerkelijk veilig kan uitvoeren.
- Evaluatie van de effectiviteit van de instructies: regelmatige evaluatie van de effectiviteit van veiligheidsinstructies kan risico’s op ongevallen verder verkleinen.
Conclusie en aanbevelingen
Begrijpelijke en effectieve communicatie is een essentieel onderdeel van veiligheid op de werkvloer. Door te investeren in inclusieve veiligheidsmaatregelen – zoals visuele hulpmiddelen en meertalige ondersteuning – voorkomen werkgevers niet alleen ongevallen, maar voorkomen zij ook hun juridische aansprakelijkheid.
Heeft u vragen over werkgeversaansprakelijkheid of heeft u hulp nodig bij het implementeren of aanpassen van uw veiligheidsbeleid? Neem dan gerust contact op met onze specialisten Kaoutar Azghay en Walla al Jaboury.
Dit blog is in samenwerking met onze werkstudent Isis Postema opgesteld.
Maak kennis met onze specialisten

W. (Walla) al Jaboury
Advocaat

K. (Kaoutar) Azghay
Advocaat - Associate Partner