Wetenschappelijk onderzoek vindt veelal plaats binnen de kaders van gesubsidieerde onderzoeksprogramma’s. Hierbij spelen regelmatig vragen over intellectueel eigendomsrecht een rol. Ook gelden er regels voor publiceren, en is men bij het doen van onderzoek gebonden aan normen omtrent de wetenschappelijke integriteit. Bij overtreding van die normen wordt soms gesproken van wetenschapsfraude. Bijvoorbeeld als er sprake is van plagiaat.
Op de universiteiten geldt een klachtenprocedure en wordt een klacht over schending van de wetenschappelijke integriteit voorgelegd aan een Commissie Wetenschappelijke Integriteit. Deze commissie behandelt de klacht en adviseert aan het instellingsbestuur. Het instellingsbestuur geeft een voorlopig oordeel over de klacht. De klager en de beklaagde kunnen vervolgens advies vragen aan het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) over dit voorlopige oordeel van het instellingsbestuur.