Nakoming vorderen

Nakoming kan pas gevorderd worden als er sprake is van een opeisbare verbintenis. Verbintenissen zijn in beginsel direct opeisbaar, tenzij de wet of de overeenkomst iets anders bepaalt. Denk hierbij aan een afgesproken termijn voor betaling of levering. Om een vordering tot nakoming kracht bij te zetten, kunnen dwangsommen gevorderd worden.

Schadevergoeding vorderen

Indien een wederpartij toerekenbaar tekort schiet in diens contractuele verplichtingen (ook wel ‘wanprestatie’ genoemd), is hij verplicht de daardoor bij de andere partij veroorzaakte schade te vergoeden. Het doel van schadevergoeding is dat degene die als gevolg van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is schade lijdt, zoveel mogelijk in de situatie te brengen waarin hij zonder de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust, zou hebben verkeerd. 

Schade bestaat uit vermogensschade en ander nadeel. Vermogensschade omvat zowel geleden verlies als gederfde winst. Ook de vergoeding van gemaakte buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten vallen hier onder. Bij ander nadeel valt te denken aan immateriële schade. De vergoeding van immateriële schade wordt ook wel ‘smartengeld’ genoemd.

Indien de tekortkoming niet aan de wederpartij kan worden toegerekend, is sprake van overmacht en is de wederpartij niet schadeplichtig. Wanneer sprake is van overmacht volgt uit de wet en rechtspraak. Het is daarnaast ook mogelijk om contractueel te regelen wanneer wel of geen sprake is van overmacht. Voor meer informatie over het opstellen van contracten, klik hier.

Vervangende schadevergoeding

Zolang nakoming nog mogelijk is, kan de schuldeiser in plaats van nakoming ook vervangende schadevergoeding vorderen. De schuldenaar moet dan wel in verzuim zijn. Dit is het geval indien de schuldeiser door middel een zogenaamde ‘ingebrekestelling’ de schuldenaar een redelijke termijn heeft geboden waarbinnen de schuldenaar alsnog kon nakomen, maar de schuldenaar dit niet heeft gedaan. 

De vervangende schadevergoeding treedt vervolgens in de plaats van de prestatie zelf en zal in beginsel dan ook de vergoeding van de waarde van de prestatie betreffen. 

Indien een schuldeiser eenmaal voor vervangende schadevergoeding heeft gekozen, dan kan hij daar in beginsel niet meer op terugkomen en alsnog nakoming van de primaire prestatie of ontbinding vorderen.

Ontbinding

Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis geeft aan de andere partij in beginsel de bevoegdheid om de overeenkomst (gedeeltelijk) te ontbinden. Er kan echter niet tot ontbinding worden overgegaan als de tekortkoming de ontbinding niet rechtvaardigt. 

Ontbinden kan zowel buitengerechtelijk als via de gerechtelijke weg. Voordat een schuldeiser tot ontbinding mag overgaan, dient hij de wederpartij een redelijke mogelijkheid te bieden om de tekortkoming te herstellen. Voldoet de wederpartij daar niet aan, dan verkeert hij in verzuim en is ontbinding dus mogelijk.

Is nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk, dan mag worden ontbonden zonder dat er sprake van verzuim moet zijn. 

In het geval van ontbinding ontstaat voor beide partijen de verplichting om de reeds ontvangen prestatie aan de andere partij terug te geven (“ongedaanmakingsverbintenissen”). Is het niet meer mogelijk om een reeds verkregen prestatie terug te geven, dan zal er een waardevergoeding van de terug te geven prestatie moeten worden betaald.

Opschorting

Opschorten betekent dat een contractspartij diens verplichtingen uitstelt, totdat de wederpartij alsnog volledig heeft gepresteerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het later betalen van een factuur of het afleveren van goederen. Opschorten is toegestaan indien de schuldeiser een opeisbare vordering op de schuldenaar heeft en sprake is van voldoende samenhang tussen deze vordering en de op te schorten verbintenis. 

Voldoende samenhang kan onder meer worden aangenomen indien verplichtingen over en weer voortvloeien uit dezelfde rechtsverhouding of als partijen regelmatig zaken met elkaar hebben gedaan. 

Let wel, indien de rechter achteraf oordeelt dat een schuldeiser zich ten onrechte op een opschortingsbevoegdheid heeft beroepen, dan is deze schuldeiser in beginsel op zijn beurt van rechtswege in verzuim en jegens de schuldenaar schadeplichtig. 

Twijfelt u of uw verplichtingen mag opschorten? Laat u zich dan goed informeren om te voorkomen dat u voor vervelende verrassingen komt te staan. 

Verrekening

Indien een schuldeiser niet alleen een opeisbare vordering op, maar ook een schuld aan dezelfde wederpartij heeft en beide prestaties voor verrekening vatbaar zijn, dan mag de schuldeiser diens schuld met deze vordering verrekenen. Een voorbeeld van prestaties die voor verrekening vatbaar zijn, betreft het over en weer hebben van gelvorderingen.
Let op; indien u van een verrekeningsbevoegdheid gebruik wilt maken, dient u dit op grond van de aan uw wederpartij te verklaren. Deze verklaring is vormvrij, maar wij adviseren u deze verklaring schriftelijk te doen zodat u deze verklaring ook kunt bewijzen indien dat nodig is. 

Het is mogelijk het recht tot opschorting en verrekening contractueel uit te sluiten. Lees hier meer over het opstellen en beoordelen van contracten.

Vernietiging 

In sommige gevallen kan een overeenkomst worden vernietigd. Dit kan alleen als de wet hier een grondslag voor geeft. Bekende vernietigingsgronden zijn onder meer bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden en dwaling. Vernietiging heeft in beginsel terugwerkende kracht. Dit betekent dat de overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan. 

Onze contractenrechtspecialisten adviseren u graag over welke remedie voor uw onderneming de beste is!
 

Specialisten Wanprestatie

Bekijk ons team